Welkom in Brussel

Partir, c’est mourir un peu. Voor mij was het mourir beaucoup, want een paar dagen voor ik naar Brussel zou verhuizen, werd ik geteisterd door enorme kiespijn. Van die fijne dingen die altijd gebeuren op een moment dat het écht niet uitkomt. Na een spoedbezoekje aan de tandarts kon ik gelukkig met een flinke zak antibiotica en een wat minder zere kies naar mijn kamertje in de hoofdstad van Europa vertrekken.

Over die kamer gesproken, dat was ook nog even spannend. In Brussel is er een enorm verloop van stagiairs, trainees en studenten uit alle krochten van de Europese Unie en ver daarbuiten. Vanwege die afstand is het gebruikelijk een kamer te nemen zonder ’m gezien te hebben. Daarnaast zijn er nogal wat mensen die zomaar een maand of twee voor het einde van hun huurperiode vertrekken en hun huur niet meer betalen. De gemiddelde huisbaas vraagt dan ook een borg van twee maanden huur. Die ik dus maar gewoon met m’n ogen dicht en fingers crossed overmaakte.

Toen m’n huisbaas vervolgens een paar dagen niet reageerde op mijn vraag of hij de borg had ontvangen, flipte ik finaal. Ik voelde me een 50-plusser die net haar hele pensioen had overgemaakt naar een of andere Afrikaanse lover die geld nodig had voor een vliegticket naar Nederland, z’n zieke geit en scholing voor een nichtje. Gelukkig kreeg ik uiteindelijk toch een geruststellende mail en maakte ik al gelijk een beetje kennis met de Belgische mentaliteit.

Die kennismaking ging verder toen het matras dat deel uit zou maken van de ‘gemeubileerde kamer’ er niet bleek te zijn. Bovendien was dit helemaal niet dezelfde kamer als op de foto’s van de kotzoeksite, maar ach. Stiekem was dit beter, dus ik klaagde niet. En wat dat matras betreft kwamen mijn ouders gelukkig to the rescue.

Maar wat ga je eigenlijk doen in Brussel, vraagt de oplettende lezer zich nu misschien af. Stage lopen bij D66 in het Europees Parlement is het antwoord. Als persstagiair (ik heb er inmiddels m’n eerste week op zitten) ben ik verantwoordelijk voor het bijhouden van de websites en sociale media. Verder houd ik relevant nieuws in de gaten en maak ik opzetjes voor opiniestukken en dergelijke.

Daar komt die (nog niet echt afgemaakte (yep, ik hoor bij die 40 procent niet-bekostigde letterenstudenten)) master journalistiek dus goed van pas. De gemiddelde journalist ziet deze stage in de persvoorlichting wellicht als een overstap naar the dark side, maar als ex-IBIO’er had ik geen beter moment uit kunnen kiezen om naar Brussel te gaan. Nederland is de komende zes maanden voorzitter van de EU, er wordt druk onderhandeld om een Brexit te voorkomen, de vluchtelingencrisis is nog altijd niet opgelost en binnenkort mogen we naar de stembus voor het Oekraïnereferendum…

Over deze en vele andere Brusselse zaken houd ik jullie de komende vijf maanden op de hoogte.

11-02-2016