‘Embrace diversity at the RUG’

Of nationalities and diversity

The University of Groningen boasts some remarkable statistics: it is one of the oldest universities in the world, jumped seven places in the Shanghai rankings this year (overtaking Leiden University, the oldest Dutch university) and is also one of the most internationalised Dutch universities.

The diversity of the University has not been overlooked by the powers-that-be. In his speech during the opening of the academic year, the Rector Magnificus championed the mingling of ‘diverse cultural backgrounds to provide new insight’. I would like to expand on that valuable concept by including not only the students in a classroom setting, but also the University as a whole – after all, 48 per cent of all doctoral students and 20 per cent of all University employees are not from the Netherlands.

The significant number and variety of cultures present at the RUG has so far been beneficial to the growth of the University and, more importantly, to the cross-pollination of ideas. Unfortunately, I think that the efforts have been isolated rather than organised in order to reach a common goal.

How exactly can we approach the diversity of culture in our University?

I suggest that we take a look at other entities with diverse peoples. The first place to look is the United States of America. An inspiring motto is inscribed on their Great Seal: ‘E pluribus unum’ (out of many, one). The second place to look is Indonesia, which has always been diverse. Their motto is a 14th-century old-Javanese poem: ‘Bhinneka Tunggal Ika’ (unity in diversity). The latter motto points out that diversity need not to be ironed-out for sake of unity: instead, diversity should be celebrated.

I think that these mottos – ‘E pluribus unum’ and ‘Bhinneka Tunggal Ika’ complement each other. While the first champions a shared goal (albeit among a great many participants), the latter embraces appreciation of diverse cultural values. Diversity within our university should be observed and a shared goal needs to be formulated and communicated comprehensively to the University body.

Embracing diversity is not a panacea for all the challenges ahead, for example the University of Groningen’s expansive plans to the east and the west. On the other hand, the world is getting smaller: more contact between cultures is to be expected, and a global challenge requires a global solution. The simple fact is that the University of Groningen contains these (global) solutions.

Of greater participation

So, how does one access this wealth of information, these varied perspectives and this problem-solving? First, I argue for the powers-that-be, i.e. the Board of the University, to formulate an inspiring strategic plan as a shared goal and to communicate this comprehensively to the University body. The second way is to facilitate greater participation of all members of the University to contribute to this shared goal. The fact that we now have three non-Dutch (student and PhD) members in the University Council, the highest representative body of the University, shows a step to the right direction: greater participation for international (that is non-Dutch) members in the governance of the University.

Communication on every level should facilitate for everyone. For example, the University Council meetings are conducted mainly in Dutch with English as needed. In this situation, the presence of a live translator will be beneficial for everyone. As in the motto of ‘Bhinneka Tunggal Ika’, diversity is to be celebrated: Dutch-speaking participants in the discussion should be free to discuss in Dutch while, at the same time, English speakers should also be given the same freedom with an interface covered by the translator. Of course, different faculties should decide for themselves how to organise this by keeping in mind the first maxim: facilitating for everyone.

Written documents play an important part in relaying information within the University. Dual language documents, comprehensive in English as well as in Dutch, should be the gold standard for communication. The longer time that it takes to prepare these documents should be seen as a necessary evil which is in service of facilitating discussion for everyone.

Greater participation is a two-way street. So, more importantly, I call upon my fellow colleagues and students to participate in the governance of the University by joining the discussion that is happening around them and in general to be more receptive to what is going on with the University.

Finally, I welcome (back) my fellow colleagues and students and wish everyone a great (academic) year ahead!

Sincerely yours,

Rieza Aprianto
PhD student and member of the University Council

Over nationaliteiten en diversiteit

De RUG kent een paar bijzondere statistieken: ze is een van de oudste universiteiten ter wereld, steeg dit jaar zeven plaatsen op de Shanghai-ranglijst (en eindigde daarmee boven de universiteit van Leiden, de oudste van Nederland) en is bovendien een van de meest internationale Nederlandse universiteiten.

Het bestuur heeft die diversiteit op de universiteit ook opgemerkt. In zijn toespraak bij de opening van het academisch jaar pleitte de rector magnificus voor het mengen van ‘diverse culturele achtergronden om nieuwe inzichten te verschaffen’. Ik zou die opvatting, kostbaar als die is, graag nog wat oprekken: laten we niet alleen de studenten in de collegezaal meetellen, maar ook de universiteit als geheel – 48 procent van alle doctoraalstudenten en 20 procent van alle universitaire medewerkers komt immers niet uit Nederland.

De aanzienlijke hoeveelheid culturen en de verscheidenheid ervan aan de RUG is tot dusver voordelig gebleken voor de groei van de universiteit en, belangrijker nog, voor de kruisbestuiving van ideeën. Helaas vind ik dat er tot dusver vooral geïsoleerde pogingen zijn geweest om tot een gemeenschappelijk doel te komen, in plaats van een wijd verbreide inspanning.

Hoe moeten we omgaan met de culturele diversiteit op onze universiteit?

Ik stel voor dat we een kijkje nemen bij andere entiteiten met verschillende culturen. Laten we eerst eens naar de Verenigde Staten kijken. Op het Grootzegel van de Amerikanen staat een inspirerend motto: ‘E pluribus unum’ (uit velen één). Kijken we vervolgens naar Indonesië, dat altijd een grote verscheidenheid aan culturen heeft gekend, dan zien we een oud-Javaans gedicht uit de 14e eeuw als motto: ‘Bhinneka tunggal ika’ (eenheid in verscheidenheid). Dit motto wijst erop dat je de diversiteit niet hoeft weg te nemen om tot eenheid te komen: die diversiteit zou juist op handen moeten worden gedragen.

Volgens mij vullen die motto’s – ‘E pluribus unum’ en ‘Bhinneka tunggal ika’ – elkaar aan. Waar de eerste spreuk voor een gemeenschappelijk doel pleit (al is het dan onder vele deelnemers), omarmt de tweede slogan de waardering voor uiteenlopende culturele waarden. We moeten de diversiteit binnen onze universiteit onderkennen, een gemeenschappelijk doel formuleren en dat op alle gelederen van de universiteit overbrengen.

Het omarmen van die diversiteit is niet de oplossing voor alle uitdagingen die ons te wachten staan, zoals de expansieplannen van de RUG in het oosten en westen. Aan de andere kant wordt de wereld steeds kleiner: het is te verwachten dat het contact tussen verschillende culturen zal toenemen, en een wereldwijde uitdaging vereist een wereldwijde oplossing. Feit is dat de RUG die (wereldwijde) oplossingen in huis heeft.

Over meer inspraak

Hoe verschaffen we onszelf toegang tot die schatten aan informatie, die uiteenlopende perspectieven en oplossingen voor problemen? Allereerst stel ik voor dat de directie, oftewel het College van Bestuur, een inspirerend strategisch plan opstelt – één gemeenschappelijk doel – en dit overbrengt op alle gelederen van de universiteit. De tweede manier is om meer inspraak van alle leden van de universiteit mogelijk te maken, opdat ze allemaal bij kunnen dragen aan het verwezenlijken van dit gemeenschappelijke doel. Het feit dat er nu drie niet-Nederlandse leden (studenten én PhD’s) in de universiteitsraad – het hoogste inspraakorgaan van de universiteit – zitten, is een stap in de goede richting: meer inspraak voor internationale (lees: niet-Nederlandse) leden in het bestuur van de universiteit.

De communicatie moet op elk niveau voor iedereen begrijpelijk zijn. De vergaderingen van de universiteitsraad worden bijvoorbeeld vooral in het Nederlands gevoerd, en waar nodig wordt er uitgeweken naar het Engels. In dit geval biedt de aanwezigheid van een tolk voor iedereen uitkomst. Zoals het motto ‘Bhinneka tunggal ika’ ons op het hart drukt, moet diversiteit omarmd worden: Nederlandstalige deelnemers aan de vergadering moeten naar hartenlust Nederlands kunnen spreken, terwijl Engelstalige sprekers tegelijkertijd – via de tolk – dezelfde vrijheid verdienen. Natuurlijk moeten de verschillende faculteiten zelf bepalen hoe ze dit willen organiseren, zolang ze daarbij de eerste stelregel maar in gedachten houden: geef iedereen de ruimte om mee te denken.

Geschreven documenten spelen een belangrijke rol in het overbrengen van informatie op de universiteit. Tweetalige documenten, volledig in het Engels én Nederlands, moeten de standaard worden voor communicatie. De langere tijd die nodig is om deze documenten op te stellen, moet worden gezien als een noodzakelijk kwaad om iedereen in staat te stellen deel te nemen aan de discussie.

Meer inspraak werkt twee kanten op. Daarom, en dat is misschien nog wel belangrijker, roep ik mijn collega’s en studenten op om mee te doen aan het bestuur van de universiteit door zich te mengen in de discussie die om hen heen plaatsvindt en door in het algemeen ontvankelijker te zijn voor wat er zich afspeelt binnen en rond de universiteit.

Ten slotte heet ik mijn collega’s en studenten welkom (terug) en wens ik iedereen een geweldig nieuw (academisch) jaar toe!

Hoogachtend,

Rieza Aprianto
PhD-student en lid van de Universiteitsraad

07-09-2015