• Eerste hulp bij depressie

    ‘Trek tijdig aan de bel!’

    Van een beetje studiestress tot zware psychiatrische problemen, ze zag het de afgelopen vier maanden allemaal al voorbij komen. Hilly Mast begon in december 2015 als studieadviseur bij geneeskunde en tandheelkunde. Haar doel: studenten helpen met hun problemen. ‘Het leven van een student gaat niet altijd over rozen.’
    in het kort

    Als studenten te maken krijgen met depressieve klachten, moeten ze tijdig aan de bel trekken, aldus studieadviseur Hilly Mast van geneeskunde en tandheelkunde.

    Vaak trekken mensen zich juist terug als ze zich niet zo goed voelen. ‘Vooral in de masterfase gebeurt dat heel vaak’, vertelt docente en depressie-onderzoekster Marie-José van Tol.

    Studenten kunnen bij depressieve klachten in eerste instantie vaak terecht bij de studieadviseur.

    Daar krijgen ze de ruimte om te vertellen wat ze dwars zit en om hun emoties te uiten. Ook krijgen ze voor­lichting en advies, bijvoorbeeld over fondsen die de financiële druk van studievertraging kunnen verlichten.

    Als er echt een depressie in het spel is, worden studenten vaak door­verwezen naar een professional, zoals de student­­psycholoog. De beslissing om professionele hulp te zoeken, ligt uiteindelijk wel bij de student zelf.

    Die studentpsychologen zitten bij het Studenten Service Centrum (SSC). Samen voeren ze jaarlijks rond de 900 intake­gesprekken. Een derde daarvan is met buitenlandse studenten.

    Na zo’n intakegesprek volgen maximaal vijf vervolg­gesprekken. Zijn zes gesprekken niet voldoende, dan worden studenten zo snel mogelijk – via hun huisarts – doorverwezen naar een externe psycholoog.

    volledige versie

     

     

    Leestijd: 5 minuten (933 woorden)

    Even niet zo lekker in je vel zitten, het overkomt iedereen wel eens. Meestal gaat dat vanzelf wel weer over, soms blijven de problemen wat langer spoken. Dat is op zichzelf al vervelend genoeg, maar wanneer dit ernstiger en langdurigere vormen aanneemt, lijden het sociale leven en de studieresultaten van een student daar vaak ook onder. ‘Dus je hoopt dat een student dit zelf tijdig inziet en aan de bel trekt’, zegt Mast. ‘Want de realisatie dat je hulp nodig hebt is vaak de eerste stap naar herstel.’

    Terugtrekken

    Dat gebeurt echter lang niet altijd vanzelf. Vaak trekken mensen zich juist terug als ze zich niet zo goed voelen, en het kan voor anderen moeilijk zijn daar wat aan te doen, ervoer ook Marie-José van Tol. Ze doet onderzoek naar preventie van terugval bij depressie door middel van preventieve cognitieve therapie, maar staat ook regelmatig voor een collegezaal als universitair docent. ‘Een tijd geleden had ik nog een student die volledig uit beeld verdween. Zelfs met al mijn ervaring als docent en onderzoeker wist ik niet wat ik ermee aan moest.’

    ‘Het is een persoonlijke crisis en je wilt ondersteuning bieden, het allemaal behapbaar maken, maar het is wel heel moeilijk. Vooral in de masterfase, als je studenten niet meer bij de hand hebt, gebeurt het heel vaak. Dan worden ze erg met zichzelf geconfronteerd en komen er niet meer uit, ook door vermijdingsgedrag. Deze student raakte nu al voor de tweede keer helemaal uit beeld. Het zou goed zijn, wanneer je als docent zou weten hoe je dat aan moet pakken.’

    Studieadviseurs

    Binnen de RUG zijn er verschillende instanties en personen die studenten kunnen, en wíllen, helpen als zij problemen hebben. De eerste daarvan is vaak de studieadviseur. Zoals Mast zijn er op elke faculteit diverse studieadviseurs aanwezig die overzicht hebben op het studieprogramma en dicht bij de organisatie en studenten staan. Vaak weten studenten de weg naar de studieadviseur wel te vinden als ze vragen hebben of het even niet zo lekker gaat, ‘maar ook wanneer ze dit niet doen, zijn er manier om problemen te signaleren’, vertelt Mast.
    ‘Zo monitoren we van alle studenten de studievoortgang. Wanneer we merken dat studenten ineens minder punten en lagere cijfers gaan halen, kunnen we ze oproepen om langs te komen voor een gesprek. Ook zitten studenten in tutor- en coachgroepen. Dat zijn kleine groepjes met begeleiding waar studenten in een veilige omgeving over studie en aanverwante zaken kunnen praten. Als er problemen blijken te bestaan bij een student, kan zo’n tutor of coach de student adviseren met een studieadviseur te praten.’

    Daar krijgen studenten de ruimte om te vertellen wat ze dwars zit en om hun emoties te uiten, als dat nodig is. ‘Regelmatig zijn wij de eersten die het horen en komt er het nodige aan emoties los’, aldus Mast. ‘En naast emotionele ondersteuning en ruimte, kunnen wij studenten ook gericht hulp bieden om hun weg te vinden binnen het onderwijsprogramma, en ze adviseren over de onderwijsregels en verdere mogelijkheden binnen de universiteit. In bijzondere omstandigheden kan bijvoorbeeld het profileringsfonds worden aangesproken om de financiële druk na studievertraging wat weg te nemen, of kan voor eerstejaars de BSA-norm verlaagd worden. Daar kunnen wij zelf niet over beslissen, maar we kunnen studenten wel wijzen op die mogelijkheden.’

    Doorverwijzing

    ‘Als we merken dat er sprake is van depressie, verwijzen we ze vaak door naar een professional’, gaat ze verder. ‘Maar het besluit dat ze professionele hulp nodig hebben, is er wel een dat ze uiteindelijk zelf moeten nemen, dat is heel belangrijk. Daar proberen we ze mee te helpen. Soms komen ze terecht bij de studentpsycholoog, bij zwaardere en langlopende problemen verwijzen we ze naar de huisarts met het verzoek tot een doorverwijzing naar een externe psycholoog. Zo’n verwijzing van de huisarts is dan nodig voor de verzekering.’

    ‘We willen iedere student op de beste plek krijgen’

    Die studentpsychologen zitten bij het Studenten Service Centrum (SSC). Daarnaast zitten bij het SSC ook de studentdecanen. ‘Zij werken op een iets abstracter niveau en hebben een meer overstijgende rol’, vertelt Mast. ‘Ze weten heel veel over de reglementen binnen de RUG en over landelijke regelgeving, zoals de DUO, als je bijvoorbeeld vragen hebt over de stufi of het aflossen van je studieschuld. Het gaat daar dus iets minder over persoonlijke problematiek. Bij studieadviseurs kunnen studenten regelmatig langskomen. Bij studentdecanen is het iets formeler en is er wachttijd.’

    Psychologen

    Jaarlijks worden er bij het SSC tussen de 850 en 950 intakegesprekken afgenomen. Dat aantal is al jaren stabiel. Ongeveer een derde bestaat uit buitenlandse studenten, zoals ook de student in het voorbeeld van Van Tol. ‘Het blijft een groep met een eigen problematiek’, weet Mast. ‘Voor hen is het soms extra lastig als ze niet kunnen aarden in een cultuur. Dat uit zich dan weer in hun studievoortgang, en zo kun je in een vicieuze cirkel terechtkomen.’

    De studentpsychologen bieden hulpverlening die laagdrempelig is, maar ook kort, vertelt SSC-hoofd Jooske Doorenbos. Na het intakegesprek volgen – voor een eenmalige vergoeding van 40 euro – maximaal vijf vervolggesprekken. ‘Dus als wij bij de intake voorzien dat de aard van de problematiek langere of intensievere behandeling vergt dan wij kunnen bieden, verwijzen we direct door’, aldus Doorenbos. Maar dan wel ‘in goed overleg’ met de student: ‘Want die heeft de regie, en we willen iedere student op de beste plek krijgen.’

    Meer over depressie

    Dit artikel is onderdeel van een drieluik over depressie. Lees ook onze twee andere verhalen in deze serie:

    Studeren met een depressie – voormalig RUG-studente Evi vertelt over een zware depressie die haar op het randje van de dood bracht.

    Patiënt in de spotlights – over onderzoek naar depressie.