• Overlast lijkt onoplosbaar

    Weg met die

    fietsen

    Facility managers van de binnenstad zitten met de handen in het haar. De overvloed aan fietsen blijft overlast geven. En hoe het verder moet? Geen idee!

    in het kort

    Facility managers uit de binnenstad zitten met de handen in het haar. De overlast van foutgeparkeerde fietsen lijkt onoplosbaar.

    Wegslepen of waarschuwen helpt niet.

    Fietsenkelders op de lokaties kunnen helpen, maar wie moet dat betalen?

    De gemeente heeft er geen zin in. ‘We bouwen ook geen stallingen voor andere bedrijven.’

    Het grootste gevaar: calamiteiten.  ‘Dat er paniek uitbreekt en studenten en medewerkers rennen zo die hoop fietsen in…’

    volledige versie

    Leestijd: 5 min (1140 woorden)

    Ze hebben al zo veel gedaan, de afgelopen jaren. Van borden laten plaatsen en flyers uitdelen tot het wegslepen van fietsen naar het depot in Vinkhuizen. Het helpt allemaal niets. ‘Dan komt er zo’n wagentje van de gemeente die twintig fietsen meeneemt’, zegt facility manager Albert van der Kloet van de UB. ‘Maar terwijl de fietsen worden ingeladen, staan studenten alweer klaar om hun fiets te parkeren op de plekken die net vrij gekomen zijn.’

    Ze kunnen er niets meer mee, zeggen Van der Kloet en Jan Stalman, facility manager van de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen. Ze hebben geen idee hoe het verder moet, het is dweilen met de kraan open. ‘We laten het maar gewoon gebeuren’, zegt Van der Kloet.

    Puinzooi in de straten

    Maar de overlast blijft, weten ze. Het is een puinzooi in de straten rond de gebouwen van de faculteit, zegt Stalman. ‘Vooral voor het Heymansgebouw en in de Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat is het een ellende. Je kunt daar soms niet meer over het trottoir lopen, laat staan dat er een scootmobiel door kan. Dat zorgt voor klachten van omwonenden.’

    ‘Het is gewoon de luiheid van andere studenten’(Aniek, student bedrijfskunde)

    Dat beeld herkent Martin van der Wandt-Olde Riekerink, voorzitter van bewonersorganisatie van de Hortusbuurt en het Ebbingekwartier, wel. ‘Vooral aan de kant van de Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat staan er veel fietsen op de stoep of tegen de huizen. Dat is niet alleen de buurtbewoners een doorn in het oog, maar ook Jacques Wallage, die hier kantoor houdt, heeft zo’n bordje staan.’

    Maar, zegt Van der Wandt-Olde Riekerink , het wordt door de bewoners vooral als een tijdelijk probleem gezien. ‘Bij drukbezochte colleges. Twee uur later kan de straat weer leeg zijn.’ Geen groot probleem, zegt hij. Zeker niet zo groot dat er een fietsenstalling gebouwd moet worden in de Hortustuin, een idee dat bestaat bij de faculteit. ‘Dat willen de bewoners niet, de tuin moet behouden blijven.’

    Volgens Van der Wandt-Olde Riekerink heeft een fietsenstalling sowieso niet zoveel zin. ‘Studenten willen hun fiets parkeren voor de deur waar ze moeten zijn. Dat blijven ze dus wel doen. Ik zie veel meer in het investeren in bewustwording. Die fiets op de stoep is niet zo erg, maar zorg dat er wel een kinderwagen door kan. Dat soort dingen, een beetje rekening met elkaar houden.’

    ‘Het is gewoon makkelijk om hier mijn fiets neer te zetten, maar het is wel extreem om er door heen te komen. Zijn er eigenlijk plannen om dit op te lossen?’(Frederik Pfeil, student international financial management)

    Dat zou in de Broerstaat ook wel handig zijn. Leveranciers, de eigen vervoersdienst maar ook minder validen hebben dagelijks last van de fietsen die niet alleen de ingang van de UB blokkeren, maar ook de zijstraat naast de UB. ‘Een aantal jaren geleden was hier een leverancier van UPS’, vertelt Van der Kloet. ‘Bij aankomst zette hij keurig de foutgeparkeerde fietsen aan de kant. Maar na het afleveren van het pakje en een bakje koffie stonden er weer tig fietsen die de weg blokkeerden. En dat was al de zoveelste keer. Hij reed er zó overheen.’

    Dure grap

    Fout natuurlijk, zegt Van der Kloet. ‘Maar wel begrijpelijk. Studenten die hun fiets zo parkeren gaan voorbij aan hun eigen verantwoordelijkheid. Je kunt zelf wel bedenken dat je met je fiets geen doorgang mag blokkeren.’

    Dat vindt Stalman ook. ‘Dat er te weinig plek is om je fiets te parkeren kan wel kloppen, maar dan nog kun je niet zomaar overal je fiets neerzetten.’

    Stalman ziet maar één oplossing: meer stallingen en fietsenkelders, net als op Zernike. ‘Maar daar is geen geld voor. Bovendien moet dat wel samen met de gemeente en dan krijg je natuurlijk de vraag wie er verantwoordelijk is.’

    Dat weet Jaap Valkema van de gemeente Groningen eigenlijk ook niet. ‘Dat is een beetje de discussie: is het de gemeente of de universiteit? Het is wel zo dat het hier gaat om bezoekers van de universiteit. En dan komt ook weer die vraag wie dat allemaal moet gaan betalen. Wij bouwen namelijk ook geen stallingen voor andere bedrijven.’

    Ook die vraag speelt al langer bij het fietsenprobleem. Niet alleen voor het tekort aan stallingen maar ook wie verantwoordelijk is – en dus moet betalen – voor het wegslepen. ‘De handhaving van fietsen is gewoon een heel dure grap’, zegt Jaap Valkema van de gemeente Groningen. ‘Bovendien moet je er ook de capaciteit voor hebben. Wij halen vooral fietsen weg in het stationsgebied en daarmee zitten we redelijk aan de capaciteit. We kunnen niet meer dan wat we nu doen.’

    ‘Ik heb nog nooit in de fietsenstalling van de openbare bibliotheek geparkeerd. Waarom zou ik als ik hier ook kan parkeren?’(Hanneke, student geschiedenis)

    Want het gaat niet alleen om het wegslepen van de fiets maar ook om de administratie die daar bij komt kijken. ‘De fiets moet worden geregistreerd en kan tegen betaling weer worden opgehaald’, zegt Valkema. ‘Dat moet aan de achterkant heel goed geregeld worden.’

    Alles zit vol, ook op Zernike

    Volgens Valkema denkt de gemeente wel na over de bestaande stallingen in de binnenstad en eventuele nieuwe stallingen. ‘De kleine zou je kunnen sluiten en er grotere voor in de plaats laten komen’, zegt hij. ‘Maar in de buurt van onderwijsgebouwen van de RUG is daar geen sprake van. We hebben natuurlijk een stalling vlakbij het Broerplein, onder de openbare bibliotheek. Maar studenten maken daar weinig gebruik van. Heeft het dan wel zin om nieuwe stallingen te plaatsen als ze niet gebruikt worden?’

    Waarschijnlijk alleen als die stalling direct onder de UB komt. En dat idee bestaat wel, al is het echt alleen nog maar een idee, zegt Van der Kloet. ‘Dat pas op lange termijn weer gaat spelen. Pas als we verder gaan praten over een eventuele nieuwe voorgevel van de UB, waar dan ook de entree van de stalling ingepast zou moeten worden.’

    ‘Je moet echt vroeg zijn voor een plekje. Een doorgang aan de ingang van de UB waar je je fiets niet mag plaatsen zou handig zijn.’(Ilse Berends, studente rechten)

    Maar dat gaat zomaar niet. De kelder onder de UB mag dan al bestaan, maar die zit momenteel nog propvol boeken. ‘En wat moet daar dan mee gebeuren? Alles zit vol, ook op Zernike. Dus er moet eerst nog gezocht worden naar nieuwe opslagcapaciteit. En dat kost tijd.’

    Wat als er paniek uitbreekt

    De komende jaren gaat er aan de foutgeparkeerde fietsen in de binnenstad rond de gebouwen van de RUG niets veranderen, lijkt het. ‘Het probleem is er, en dat blijft er’, zegt Van der Kloet. ‘Die duizenden studenten bereik je gewoon niet. Ze lezen niet, ze letten niet op. De hele Broerstraat is inmiddels een probleem, door dubbelgeparkeerde fietsen en auto’s die er niet meer langs kunnen. Ik neem het maar voor lief, al ben ik er natuurlijk niet blij mee.’

    Want de foutgeparkeerde fietsen zijn niet alleen een probleem voor buurtbewoners, automobilisten, leveranciers of mindervaliden. Ook bij calamiteiten kunnen de fietsen voor extra risico’s zorgen. ‘Bij de laatste ontruimingsoefening was een volle UB binnen acht minuten leeg en als het moet rijdt de brandweer er zo overheen natuurlijk’, zegt Van der Kloet. ‘Maar als er daadwerkelijk wat is en er breekt paniek uit en studenten en medewerkers rennen zo die hoop fietsen in… Dat is mijn grootste angst.’

    Over twee weken deel 2 in deze productie over fietsenoverlast. Na het probleem besteden we aandacht aan mogelijke oplossingen.