• Laura

    Hipster

    “Je bent nou al lang genoeg hipster, nu moet je maar weer een andere stijl uitzoeken”, aldus mijn ex de Dichter. Mooi niet. In het hipsterhokje is het namelijk prima verpozen. Dit is toch wel het leukste hokje waar ik mezelf sinds mijn puberteit in heb gewurmd.

    Ik weet nog goed hoe weinig sociaal succes ik oogste met mijn eerste zelf aangemeten look. Mijn stijl als eersteklasser kan ik nog het beste omschrijven met ‘Don’t know, don’t care’. Een Tupac-shirt boven een zwarte linnen bebloemde flubberbroek, met witte plateauzolen van de Spice Girls eronder was één van mijn favoriete outfits.

    De weinige care voor mijn uiterlijk was vooral een resultaat van mijn forse omvang, waardoor ik bijna alleen kon slagen op de jongensafdeling. Dat ik een tomboy was – een díkke tomboy, oef – hielp natuurlijk ook allerminst.

    Mijn moeder deed een laatste duit in het zakje. Als feministische ingenieur had ze  toentertijd vooral oog voor alles dat praktisch is. Bh’s vond ze bijvoorbeeld niet lekker zitten. Die droeg ze dus niet. Pas toen ik aan de tettenhouder moest, deed ze ook mee. Mijn vader had me nog kunnen redden met zijn krampachtige poging vast te houden aan zijn jeugd. Helaas beperkte zijn invloed zich tot een jaarlijks snoepzak per post, een week na mijn verjaardag.

    Dat hipsterconcept past me perfect. Biseksualiteit is natuurlijk ook erg hipster. Outfits die eigenlijk een allegaartje zijn van stijlen: hipster. Een pluizige knot bovenop het hoofd. Bier drinken. Mentholpeuken roken. Platzak zijn. Te laat komen. Allemaal hartstikke hipster. Hoe minder care, hoe beter.

    Nu ik erover nadenk: ik was op mijn twaalfde gewoon mijn tijd ver vooruit.

    Laura Louwes studeert English language and culture

    Foto Reyer Boxem