• Hbo versus universiteit

    Zoek de verschillen

    Tegenwoordig wordt er ook op hbo-niveau onderzoek gedaan en kun je hbo-masters volgen. En heb je je hbo-bachelor afgerond? Dan mag je je Bachelor of Arts of Bachelor of Science noemen. Wat zijn nu eigenlijk nog de verschillen tussen hbo en universiteit?
    in het kort

    Het hoger onderwijs in Nederland is ingericht volgens een binair stelsel: het praktijkgerichte hbo staat tegenover de wetenschapsgerichte universiteit.

    Zo’n stelsel komt maar in een paar landen voor. Het sluit onder meer aan op de Nederlandse scheiding tussen havo en vwo.

    De afgelopen twintig jaar groeien hbo en wo echter naar elkaar toe. Rond 1998 introduceerde onderwijsminister Loek Hermans onderzoek op hogescholen.

    De focus van het onderzoek is op beide opleidingstypen wel verschillend gebleven: op de universiteit wordt wetenschappelijk onderzoek verricht, in het hbo doen ze toegepast onderzoek.

    Sinds het begin van het millennium kun je ook in het hbo een master volgen. Vanaf 2014 worden deze hbo-masters bekostigd door de overheid en leveren ze dezelfde titel op als wo-masters.

    In de toekomst zullen hbo en wo meer gaan samenwerken, zeggen betrokkenen. Een voorbeeld is Energy Academy Europe, waarin Hanzehogeschool en RUG samenwerken, en waarvoor de Hanze twee universitaire masters heeft ontwikkeld.

    Volgens bestuursvoorzitter Henk Pijlman van de Hanze wordt het individuele profiel van een instelling belangrijker. ‘In Engeland weten mensen bliksems goed dat een graad van Oxford iets heel anders is dan een van de London South Bank University.’

    volledige versie

    Leestijd: 10 minuten (1741 woorden)

    Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw kent Nederland een binair stelsel voor het hoger onderwijs: het praktijkgerichte hbo staat tegenover de universiteit, waar je wordt klaargestoomd tot wetenschapper.

    Internationaal gezien is dat niet vanzelfsprekend. Henk Pijlman, voorzitter van het bestuurscollege van de Hanzehogeschool: ‘Het binaire systeem komt alleen maar voor in Nederland, België, Duitsland, Scandinavië en de Alpenlanden. Groot-Brittannië had het, maar Thatcher (de toenmalige premier van het Verenigd Koninkrijk, red.) heeft dat twintig à vijfentwintig jaar geleden afgeschaft. Ook in Zweden is er geen sterke scheiding meer tussen universiteit en hogeschool, maar gaat het meer om het karakter van de instelling. In de meeste landen zijn er universiteiten, waarbinnen je kunt kiezen tussen wetenschappelijk of beroepsgericht.’

    Waarom heeft Nederland dan toch voor dat tweeledige systeem gekozen? Ten eerste vanwege de verschillende startkwalificaties na het voortgezet onderwijs: met je vwo-diploma kun je direct naar de universiteit, maar met je havo-diploma niet.

    Een belangrijk verschil zit daarnaast in onderzoek. Voormalig rector magnificus van de RUG Frans Zwarts: ‘Er wordt substantieel onderzoek verricht op universiteiten, en daarvoor is ook financiering. Op hbo-instellingen is dat niet zo, althans in ongelooflijk veel mindere mate.’

    Verschuiving

    In de afgelopen twintig jaar zijn er echter signalen dat het onderscheid ook in Nederland vervaagt. ‘Er is bij hogescholen een academic drift ontstaan’, aldus Zwarts.

    Die verschuiving werd ingezet rond 1998, ten tijde van het tweede paarse kabinet. Pijlman: ‘Loek Hermans heeft toen pas de hbo-professoraten, de lectoraten, ingevoerd. In Europa was het ondenkbaar dat je hoger onderwijs kon geven zonder onderzoek. In Nederland deden we dat. Hij heeft daar een eind aan gemaakt, maar is erg binnen de binaire structuur gebleven. Universiteiten doen zuiver wetenschappelijk onderzoek en het hbo doet toegepast onderzoek.’ Onderzoek staat sindsdien inderdaad in de wettelijke taakomschrijving van hogescholen én universiteiten.

    VSNU kijkt er niet van op dat de verschillen sindsdien kleiner zijn geworden. ‘Grenzen vervagen’, aldus Bastiaan Verweij namens de universitaire belangenbehartiger. ‘Deels is het wenselijk dat onderzoek gedaan wordt door het hbo, en dat je op de universiteit beter weet waarvoor je wordt opgeleid – bijvoorbeeld luchtvaart- of ruimtetechniek.’

    Toegepast en wetenschappelijk

    Wel blijven de taakopvatting en het doel van het onderzoek fundamenteel anders. ‘Het hbo zal in zijn onderzoek nooit doen wat de universiteit kan’, denkt Pijlman. ‘In Groningen heeft de Hanze nu een onderzoekstraditie van twintig jaar en de RUG van 400 jaar. Dus je moet het ook onderscheidend houden. Wat wij doen is toegepast, wat de RUG moet doen is wetenschappelijk.’

    Dát verschil moet in stand worden gehouden, daar zijn de hogescholen en universiteiten het over eens. Marjolein Schooleman van de Vereniging Hogescholen: ‘Als je het onderscheid niet meer zou willen, moet het hele stelsel op de schop, met gevolgen voor hogescholen, maar ook het voortgezet onderwijs.’

    De vraag is of dat onderscheid ook bewaakt wordt. Sinds het begin van het millennium zijn hbo-masters in opkomst en sinds 2014 worden deze bekostigd door de overheid, weet Pijlman. Twee jaar geleden is ook bepaald dat je na het voltooien van een hbo-master dezelfde titel krijgt als na een universitaire master, aldus de bestuursvoorzitter van de Hanzehogeschool. ‘Voor die tijd moest je je eigen titels verzinnen, waarvan men internationaal niet wist wat men ermee moest.’ Ook voor de bachelor zijn de titels vanaf 2014 gelijkgetrokken.

    ‘Wat is niveau?’

    Maar heb je met een hbo-master echt hetzelfde niveau als met een wo-master? ‘Wat is niveau?’ is Pijlmans tegenvraag. ‘Hetzelfde theoretische niveau? Nee. Een wo-master moet een hoger theoretisch niveau hebben. Maar vraag je: wie is beter voorbereid op de beroepspraktijk? Dan zeg ik: het hbo.’

    ‘Er is bij hogescholen een academic drift ontstaan’

    De scheidslijn tussen beroepsgericht en wetenschappelijk is überhaupt moeilijk te trekken, stelt Pijlman: ‘Is rechten een professionele of wetenschappelijke opleiding? Is een tandarts wetenschappelijk, professioneel of allebei? In elk geval is de titulatuur nu gelijk en moeten er van de minister meer hbo-masters komen, want in Europa lopen wij achter. En die worden bekostigd.’

    De Hanzehogeschool biedt masters aan van advanced nursing practice tot social work. Sommige masters, zoals de opleiding tot physician assistant, zijn bedoeld voor mensen met jaren ervaring in de beroepspraktijk, bij andere kun je na je bachelor zo instromen. Maar op de Groningse hogeschool vind je geen masters die de RUG al heeft, zegt Pijlman. ‘Waarom zouden we?’

    Leren in de praktijk

    Marijke Ringnalda (23) is in september gestart met de master international business and management aan de Hanzehogeschool. ‘Omdat ik juist hou van leren in de praktijk, dacht ik niet direct aan een universitaire opleiding. Op internet kwam ik er toen achter dat er ook hbo-masters zijn. Ik denk dat zij meer aansluiten op het bedrijfsleven.’

    Nog een verschil met de universiteit is persoonlijke begeleiding tijdens de master. Volgens Ringnalda worden hogeschoolstudenten geholpen bij het maken van keuzes en krijgen ze les in bijvoorbeeld persoonlijke ontwikkeling en netwerken.

    Haar master duurt zeventien maanden. ‘De lessen zijn lectures, maar ook interactief. Groot verschil met de bachelor is dat we veel meer de theorie in gaan. Maar de praktijk, het bedrijfsleven, komt in elke opdracht weer om de hoek kijken.’ Vanaf september 2017 begint ze met afstuderen. ‘Je hebt drie keuzes: je eigen bedrijf beginnen, een afstudeerstage of een afstudeerproject bij een professor.’

    Perfecte combinatie

    En hoe verhouden beroepsgerichte universitaire studies zich tot hun hbo-equivalenten? De bachelor academische pabo, of Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs (AOLB), is een voorbeeld. Deze opleiding is in Groningen ontwikkeld door de RUG, in samenwerking met de noordelijke hogescholen Hanze, Stenden en NHL.

    ‘Wat wij doen is toegepast, wat de RUG moet doen is weten-schappelijk’

    ‘Dit was voor mij de perfecte combinatie tussen theorie en praktijk’, zegt vierdejaars AOLB-studente Hilde Bekkers (21). ‘Als je gewone pedagogiek doet aan de universiteit, krijg je bijna niets van de praktijk te zien. En op de pabo vind ik de theoretische uitdaging soms wat weinig.’ Na vier jaar – waarin je wekelijks één dag stageloopt –, een scriptie en een afstudeerstage, heb je een pabo-diploma en een bachelor pedagogische wetenschappen. Daarmee kun je het onderwijs in, een universitaire master als onderwijskunde volgen of verder met een master aan het hbo.

    Leiden dit soort ‘tegenhangeropleidingen’ niet tot verdringing op de arbeidsmarkt? Wie zal op een school eerder worden aangenomen, een docent met een universitair of hbo-diploma? Pijlman: ‘Degene die het beste les kan geven en de meeste theoretische bagage heeft.’ AOLB-studente Esther Kijk in de Vegte (21): ‘Misschien dat scholen wel gaan nadenken over wat kan en zelf een afweging maken: wil ik een student gespecialiseerd in het lesgeven of iemand die bijvoorbeeld ook op school onderzoek kan doen?’

    Samenwerking is de toekomst

    De toekomst ligt volgens de betrokkenen in samenwerking. Dat wordt bijvoorbeeld tastbaar in Energy Academy Europe (EAE), waarvoor de Hanzehogeschool twee European masters heeft ontwikkeld: die in sustainable energy system management en die in renewable energy. Opvallend genoeg zijn het allebei universitaire masters.

    ‘Maar dat is een uitzondering’, aldus Pijlman. ‘En willen wij dat verder gaan doen? Nee. Waarom dan hier wel? Omdat het bedrijfsleven erom vroeg, dit een EAE-samenwerking is en de RUG deze specialismen niet heeft, dus dat hebben wij doorgebouwd. Daar biedt de RUG overigens alle steun bij. De Energy Academy is een mooie samenbinding. Zo hoort dat, vind ik. Ideaal is dat je doorlopende leerlijnen maakt, ketens waarin ieder doet waar hij goed in is.’

    Enerzijds groeien universiteit en hbo misschien naar elkaar toe en werken ze samen, anderzijds niet. Pijlman: ‘Het profiel van de instelling wordt belangrijker. Sommige mensen zeggen: vreselijk dat zo’n hbo’er dezelfde titel krijgt. Maar in Engeland weten mensen bliksems goed dat een graad van Oxford iets heel anders is dan een van de London South Bank University. Dat betekent niet dat je altijd met Oxford sneller of beter een baan krijgt. Want misschien doet die London South Bank wel iets waar bedrijven echt op zitten te wachten, en Oxford helemaal niet. Dus wat is het profiel van de instelling?’

    ‘De RUG doet er alle mogelijke moeite voor om in de top 100 te zijn en blijven’, gaat Pijlman verder. ‘Dat is hun profiel, met de top van de universiteit met zijn researchmasters en onderzoeksfaciliteiten die ver van het hbo af staan. Dus in die zin groei je helemaal niet naar elkaar toe. Het zal steeds meer gaan over: waar is jouw instelling goed in? Hoe ziet het onderwijs eruit? En: wat zit er in jouw pakket als student? Wat kun jij? Wat heb jij gedaan tijdens je studie?’

    Succesvol

    Toch wil Nederland het binaire stelsel vooralsnog niet helemaal afschaffen. Waarom niet? Omdat het werkt. Zwarts: ‘Het Nederlandse onderwijs heeft al veel veranderingen ondergaan. Bij elke verandering moet je kijken naar haalbaarheid en bekostiging. Universiteiten zijn ontzettend kostbaar en het aantal studenten is gigantisch toegenomen. Je moet de verdiensten van het systeem bekijken. En volgens mij is het Nederlandse systeem heel succesvol.’

    ‘Je moet in het onderwijs zo min mogelijk barrières oproepen’

    Wel is de doorstroom een zorgenkindje, vinden Zwarts en Pijlman. Zwarts vreest dat kinderen door te vroege selectie – vóór het voortgezet onderwijs – buiten de boot vallen: ‘In groep 8 valt eigenlijk al een soort Salomonsoordeel voor kinderen. Omdat wij graag van dat eenheidsdenken af wilden. Daar verzet ik mij heel erg tegen.’

    Ook bestrijdt Zwarts het idee dat hbo-studenten minder getalenteerd zouden zijn dan wo-studenten. ‘Er kunnen veel omstandigheden zijn waarom je het ene schooltype doet en het andere niet. In Friesland gaan in verhouding tot andere provincies minder 18-jarigen naar het wetenschappelijk onderwijs. Dat komt omdat er geen universiteit is in Friesland zelf. Dus je gaat niet naar Groningen, een grotere stap, maar naar het hbo in Leeuwarden. Daar zitten Friese jongeren bij die makkelijk de universiteit kunnen volgen. De Friese politiek wil zorgen dat die groep na het hbo nog een master kan volgen; er komen hopelijk meer masters op de University Campus Fryslan.’

    ‘Ik vind dat je in het onderwijs zo weinig mogelijk barrières moet oproepen’, aldus Pijlman. Masterselectie kan zo’n drempel opwerpen, zegt hij. ‘Maar ook de barrières van hbo naar universiteit moet je zo goed mogelijk slechten, zonder kwaliteitsverlies.’ Studenten moeten alle ruimte krijgen om door te stromen, vindt de bestuursvoorzitter van de Hanzehogeschool. ‘Hetzelfde geldt voor mbo naar hbo. De staat heeft veel barrières gelegd omdat men dat te duur vindt. Ik vind dat kortzichtig. Onderwijs is emancipatie, het beste uit jezelf halen.’