• Inbraken, diefstallen & koffie drinken

    ‘Het is mooi geweest’


    Na negen jaar studentenfeesten, anti-inbraakcampagnes en drankoverlast is het voor studentagent Matthijs Beukema tijd voor iets anders. ‘Die studenten vinden alles mooi. Die zijn wel in voor een geintje.’
    in het kort

    Na negen jaar houdt studentagent Matthijs Beukema het voor gezien. Hij begint in december aan een andere baan.

    In 2006 moest hij de functie uit het niets bedenken. Samen met collega Maaike Bult besloot hij zich te gaan richten op woninginbraken, fietsendiefstal, geluidsoverlast en baldadig gedrag.

    Drugs kwamen niet in het rijtje voor. Want hoewel er vast en zeker studenten zijn die drugs gebruiken, is het nauwelijks een probleem in de studentenwereld.

    Drank is een veel groter probleem. Er wordt flink veel gezopen. ‘En dat wordt geaccepteerd. Tijdens je studententijd ben je alcoholist, maar daarna krijg je een gezinnetje en stop je ermee.’

    Studenten trekken zich weinig aan van voorlichtingscampagnes van politie en gemeente. Als je iets wilt veranderen moet je met de timmerman bij ze aankloppen en ze aanbieden om met flinke korting een anti-inbraakstrip op de deur te monteren.

    Door die drank vergeten studenten nog wel eens rekening te houden met hun buren. Daar is weinig aan te doen. Overlast van studenten moeten we accepteren als we studenten tussen Stadjers laten wonen, denkt Beukema.

    Beukema heeft veel leed gezien tijdens zijn baan als studentagent. Zelfdodingen, de moorden op Tessa Klaver en Suzanne Martens. Maar vooral de brand in de Oude Ebbingestraat, waarbij een 19-jarige studente om het leven kwam, herinnert hij zich nog goed.

    Gelukkig zijn dat de uitzonderingen. Over het algemeen genoot hij van zijn werk. ‘Weet je waar ik echt van heb genoten is al die KEI-besturen. Hoe ze er elk jaar weer een fantastisch feest van maken. Wat is dat een mooie tijd, een periode waarin alles kan.’

    volledige versie

    Leestijd: 12 minuten (2312 woorden)

    Hij kijkt zelfverzekerd de camera in en praat relaxed door, terwijl de fotograaf hem bij de ingang van de Universiteitsbibliotheek laat poseren en de studenten om hem heen binnenstromen. Zijn krullen en politiepak trekken veel aandacht. Vrijwel iedereen kijkt naar hem of spreekt hem aan. Beukema heeft er geen moeite mee, hij is inmiddels wel wat gewend.

    ‘O, wat vond ik dat spannend voor de camera in het begin. Dat vond ik echt niet leuk. Ik was constant gefocust op die lens’, vertelt hij glimlachend. In 2006 begon hij als eerste contactfunctionaris studenten – al snel studentagent genoemd – in Nederland. Een idee van de districtschef die een pilot wilde opzetten met doelgroepgericht werken. ‘En op een of andere manier geldt: als je studenten en politie combineert, dan heb je aandacht. We werden overspoeld door radio en tv. Eigenlijk best gek, want we wisten toen nog nauwelijks wat we gingen doen.’

    Vertrouwen

    Maar na negen jaar is hij toe aan iets anders. Vanaf december gaat Beukema de gemeente adviseren over orde en veiligheid bij evenementen. Zoals bij de Sinterklaasintocht eind deze maand. ‘Het is mooi geweest, nu moet iemand anders het maar gaan doen. Dat is goed voor mezelf, maar ook voor de functie.’

    De afgelopen jaren stond hij op talloze markten tijdens introductieweken, bedacht acties om studenten te overtuigen hun huis beter te beveiligen, sprak met verenigingsbesturen, bezocht studentenhuizen, greep in bij overlast en ving studenten op bij dramatische voorvallen. Hij is een bekend gezicht binnen de studentenwereld en vrijwel elk verenigingsbestuur kent zijn naam. Maar het heeft een paar jaar geduurd voor hij het vertrouwen wist te winnen van de Groningse studenten.

    ‘Ik weet nog wel dat ik op een dag werd gebeld door een rechercheteam. Ze hadden een jongen aangehouden voor een zedenzaak. En hij zou dat ook in Groningen hebben gedaan bij een meisje dat lid was van een vereniging. Ze had wel melding gedaan, maar nooit aangifte, en het lukte de recherche niet om haar te vinden. Ik belde destijds de bestuursvoorzitter en zei: ‘Dit is het verhaal. Ik kan er niet veel over uitweiden, maar het gaat om deze persoon. Kun je me helpen haar te vinden?’ Binnen een kwartier had ik haar aan de lijn. Toen dacht ik wel: we zitten er goed in.’

    Pijlers

    Beukema werkte als studentagent met verschillende partners. Sinds enkele jaren met Edwin Valkema, daarvoor vier jaar lang met Nico Huisman, en hij begon het eerste jaar met Maaike Bult. Ze werden meteen in het diepe gegooid: ‘Hier heb je een doelgroep, verzin iets. En dat is best moeilijk. Helemaal omdat we daar niet voor waren opgeleid. We zijn begonnen met het in kaart brengen van een netwerk en wie voor ons belangrijke gesprekspartners zouden zijn. Universiteit, gemeente, hogeschool, studentenverenigingen. Vervolgens hebben we gekeken naar welke problemen er zijn in de studentenwereld.’

    Welke problemen moeten we aanpakken om Groningen veiliger te maken, vroegen Beukema en Bult zich af. ‘Dan kom je op een aantal pijlers uit. Zoals woninginbraken, waar studenten vaak het slachtoffer van zijn; fietsendiefstal en heling, waarbij studenten zowel dader als slachtoffer kunnen zijn; en geluidsoverlast en baldadig gedrag.’

    Drugs

    Drugs kwamen niet in het rijtje voor. Of het een probleem is, valt namelijk moeilijk te meten, zegt Beukema. Het is weliswaar slecht voor je lichaam, maar daar gaat de politie niet over. ‘Het wordt door politie en justitie natuurlijk aangepakt, maar wat voor overlast en criminaliteit brengt dat met zich mee in de studentenwereld? Ongetwijfeld zullen er studenten zijn die drugs gebruiken. En als dat allemaal gebeurt, zullen er ook dealers zijn. Maar is het een probleem? Daar kun je over discussiëren.’

    ‘We hebben natuurlijk gesprekken gevoerd met verslavingszorg. Maar zij zeggen dat ze heel weinig ‘verslavingsverzoeken’ krijgen van studenten. Het kan natuurlijk dat studenten redelijk anoniem leven, maar wij hebben het niet als probleem gezien. En het wordt ook meer geaccepteerd in de tijd dat je studeert. Dat is een periode waarin min of meer alles kan. Ook drank. En dat is een veel groter probleem dan drugs. Er wordt natuurlijk – even gechargeerd – verschrikkelijk veel gezopen. En dat wordt geaccepteerd. Tijdens je studententijd ben je alcoholist, maar daarna krijg je een gezinnetje en stop je ermee. En dan is de problematiek ook weg.’

    En volgens Beukema wordt er binnen de verenigingen ook op toegezien dat er geen drugs worden gebruikt. ‘De besturen van Vindicat zijn bijvoorbeeld altijd heel negatief ten opzichte van drugs op de vereniging. Ongetwijfeld wordt het daar gebruikt, net zoals bij andere verenigingen en groepen van jeugdigen. Maar het wordt er niet gepropageerd, echt niet. Ze testen studenten ook tijdens de Kermesse. Of laten af en toe drugshonden toe. Het wordt daar niet getolereerd, niks niet.’

    ‘Zal wel, gast’

    Willen studenten wel luisteren als de politie ze op de vingers tikt? Eerdere collega’s van Beukema raakten wel eens gefrustreerd als studenten het na talloze campagnes tegen woninginbraken nog steeds vertikten om hun voordeur op slot te doen. ‘Bewustwordingscampagnes kun je vergeten’, weet hij nu. ‘Bewustwording veranderen is heel lastig voor iedereen. Op een gegeven moment moet je accepteren hoe het is. Wij vinden het als politie en overheid niet leuk dat er veel wordt ingebroken. Dat is niet goed voor het veiligheidsgevoel. Natuurlijk vinden studenten het ook niet leuk, maar het merendeel doet er weinig aan. Dat heeft er natuurlijk ook mee te maken dat het jongvolwassenen zijn, die zijn daar niet mee bezig. En als ik het ze vertel, denken ze: ‘Dat zal wel, gast, en leuk dat je het me vertelt.’ Maar ze doen er niks aan.’

    Bij studenten moet je met de timmerman aankloppen en ze aanbieden om met flinke korting een anti-inbraakstrip op de deur te monteren, is Beukema’s ervaring. ‘Als je een briefje achterlaat met het verzoek om contact op te nemen, dan gebeurt dat niet. En je moet ook accepteren dat als je op kamers woont, je niet dezelfde veiligheidsgevoelens hebt als wanneer je als gezin in je eigen koopwoning zit. Uiteindelijk gaat het om veiligheidsgevoel, en kennelijk voelen studenten zich veilig.’

    Overlast accepteren

    Overlast van studenten is ook iets wat we tot op zekere hoogte moeten accepteren als we studenten tussen Stadjers laten wonen, denkt Beukema. ‘Dat heeft gewoon te maken met botsende levensritmes. Studenten zijn slimme mensen en door de bank genomen leuke lui. Alleen gaat het vaak ‘fout’ als er drank in het spel is. Dan vergeten ze de regeltjes die ze met de buurman hebben afgesproken. Maar als wij de dag erna langskomen, hebben ze er alle begrip voor en beloven ze beterschap. En het merendeel doet dat ook. Maar we gaan het probleem niet oplossen. Je moet er aandacht voor hebben en de studenten ervan bewust maken dat ze rekening moeten houden met hun omgeving. Maar het moet ook van twee kanten komen. Sta ook open voor hun leven en ga het contact aan.’

    Een van de acties van de studentagenten leverde in elk geval veel aandacht op. In een laatste poging om studenten wakker te schudden, besloten Beukema en zijn collega’s zelf de wet te overtreden. Ze braken in bij studentenhuizen in de binnenstad om de bewoners te laten zien hoe gemakkelijk het is om hun laptops, mobieltjes en fietsen te jatten.

    ‘Dat was mooi om te doen en het leverde veel media-aandacht op. Daar doe je het natuurlijk voor. Alleen begeef je je wel op een grijs vlak. Omdat je eigenlijk als politie onrechtmatig binnentreedt.’ Ongevraagd binnenlopen had ook niet bij een andere groep dan de studenten gekund, denkt hij. ‘Die studenten vinden alles mooi. Die zijn wel in voor een geintje en voor anders denken.’

    Maar binnen politie en justitie werd daar anders over gedacht. Het Openbaar Ministerie, de burgemeester en de eenheidschef van politie hadden de actie allemaal goedgekeurd. Maar toen er een storm aan media-aandacht kwam, schrokken ze terug. ‘Iedereen had er op fora en dergelijke direct een mening over. Mensen op een ander niveau dachten daarna: oei, dat moeten we misschien maar niet meer doen. Zo zit de wereld in elkaar. Achteraf gaan we alles minutieus bekijken. Het doel is dan opeens niet meer relevant. ‘Mocht dat allemaal wel?’ Tja, wat willen we nou?’

    In shock

    Het werk van studentagenten bestaat niet alleen uit voorlichtingscampagnes, huisbezoeken en koffie drinken met verenigingsbesturen. Tijdens zijn werk heeft Beukema ook veel leed gezien. Zelfdodingen, de moorden op Tessa Klaver  en Suzanne Martens. ’Wat ook veel impact op me heeft gehad, is die jongen die van het dak viel in het Tingtangstraatje. Ik had dienst en was als eerste aanwezig. Al die vriendjes en vriendinnetjes stonden nog boven, helemaal in shock.’ Maar vooral de brand in de Oude Ebbingestraat, waarbij een 19-jarige studente om het leven kwam, herinnert hij zich nog goed. ‘We kregen melding van een brand bij V&D en waren als eerste ter plekke. Toen bleek niet de V&D, maar een Vindicathuis in brand te staan. We hebben de eerste bewoners die uit het huis kwamen opgevangen in de Coffee Company. Dat was heel indrukwekkend, want we wisten al best snel dat er nog iemand in die woning was. Maar dat konden we nog niet aan de toegesnelde vriendinnen, bewoners of het Vindicatbestuur vertellen, omdat we het niet honderd procent zeker wisten.’

    De bewoner die het meisje mee naar huis had genomen, wist via een dakraam te ontkomen. Door de rook lukte het hem niet om haar er ook uit te halen. ‘Mijn collega Nico is toen naar het ziekenhuis gegaan en heeft met die jongen gesproken. En die zei toen al dat ze er was achtergebleven. Maar de brandweer kon pas uren later de woning binnen om haar te zoeken. Daarna hadden wij de eervolle taak om dat nieuws over te brengen aan de jaarclub, haar huis en aan de jongens die daar woonden. Ik moet je zeggen, dat was een van de kutste dagen in mijn leven. Uiteindelijk is het mijn werk, maar ik vond het wel heftig.’

    Alles kan

    Gelukkig zijn dat de uitzonderingen. Buiten dat genoot Beukema van zijn werk en het contact met de studenten. ‘Dat liep altijd heel plezierig. Tuurlijk heb je er wel eens een bestuur tussen zitten waarvan je denkt, die hebben het misschien niet helemaal begrepen. Maar soms heb je zo’n leuk contact dat het jammer is dat er na een jaar weer een nieuw bestuur zit. En we hebben leuke projecten gedaan. Woninginbraken zijn er nog steeds. Maar misschien waren het er wel veel meer geweest als we dit niet hadden gedaan.’

    ‘Weet je waar ik echt van heb genoten? Al die KEI-besturen. Hoe ze er elk jaar weer een fantastisch feest van maken. Of een lustrum van Vindicat. Toen heb ik wel eens gedacht, was ik maar vijftien jaar jonger. Wat is dat een mooie tijd. Een periode in je leven dat alles een beetje kan. Dat is toch mooi. Zo zou je altijd moeten leven.’

    Leuke projecten

    ‘We hebben leuke projecten gedaan’, zegt Beukema. Zoals die keer dat ze zelf gingen inbreken, op gestolen verkeersborden joegen of huizen inspecteerden.

    2010 ♦ Lojack stelt teleur  

    Samen met het Openbaar Ministerie deelden de studentenagenten de gratis software Lojack uit aan studenten. Software waarmee ze gestolen laptops konden opsporen. Maar de studenten interesseerde het niet. Ze vergaten het te installeren en registreren.

    2012 ♦ Inleveren die verkeersborden 

    Agenten Matthijs en Nico staan triomfantelijk tussen de verkeersborden. Studenten konden ze eenmalig inleveren zonder een boete te krijgen.

    2013 ♦ Agenten op boevenpad 

    De politie was het zat dat studenten niet naar ze luisteren. Zo zat zelfs dat ze besloten zelf de wet te overtreden door in te breken bij studentenhuizen. De actie leverde landelijk veel rumoer op. ‘Wat een ongelofelijk domme actie. Iedere inbreker weet nu dat ze zich moeten verkleden als politieagent met wat anti-inbraakfolders op zak om ergens in te breken.’

    2015 ♦ Prijzen voor schoonste, sociaalste en leukste huis 

    Het oorspronkelijke plan was een vervolg op de inbraakactie van 2013. Maar de gemeente kaapte het idee en gaf er een eigen twist aan: er werden twaalf prijzen uitgereikt voor het schoonste, brandveiligste, sociaalste en leukste studentenhuis van Groningen.