• Geen zin is goed...

    Hbo-ers maken gemiddeld 81 fouten per A4, universitaire eerstejaars tikken 42 keer mis. ‘Inderdaad, dat is idioot veel.’

    Door Tjeerd Wiersma

    Studenten krijgen geen zin meer foutloos op papier. Dat is kort gezegd een van de conclusies van het onderzoek waarin Anouk van Eerden en Mik van Es de schrijfvaardigheid van eerstejaars onderzochten. Nu hun promotie voor de deur staat, worden de twee overladen met media-aandacht. ‘De telefoon blijft constant gaan, iedereen wil weten hoe het mogelijk is dat studenten het er zo slecht vanaf brengen’, zegt Van Es. Van Eerden was afgelopen week bij radiozender Q-music al ‘het lekkere wijf van kwart voor vijf’.

    Leuk, allemaal. Maar waar gaat het eigenlijk over? ‘Ik werk op de Hanzehogeschool als docent Bedrijfscommunicatie/Nederlands bij het Instituut voor Marketing Management’, vertelt Van Eerden, ‘daar verbaas ik me al jaren over het slechte schrijfwerk van studenten.’

    Dubbelpromotie

    Toen Van Eerden besloot serieus onderzoek te doen naar schrijfvaardigheid, schoot haar man, Mik van Es en docent statistiek bij de universiteit, haar te hulp. Uiteindelijk hebben ze er meer dan zes jaar aan gewerkt en is er donderdag een dubbelpromotie aan de RUG. Uitzonderlijk. ‘Het was fijn dit samen te doen. We vulden elkaar goed aan.’

    ‘er mag geconcludeerd worden dat de ambitie van dit bedrijf een potentiële misfit is met een grote verandering’

    Het zijn niet alleen de spelfouten die haar storen, vooral ook de woordfouten en mislukte zinsconstructies zijn vervelend. ‘Sommige van mijn collega’s vinden dat we ons niet druk moeten maken om de fouten die studenten maken, “zolang ze nog begrijpelijk schrijven”. Het probleem is dat studenten vaak niet meer te begrijpen zijn met al die halfbakken zinnen. Gelukkig zijn de meeste van mijn collega’s het daarmee eens.’

    Voor het onderzoek kregen in totaal 159 studenten de opdracht om een tekst van 500 woorden te schrijven. Deze tekst zou beoordeeld worden met een cijfer, ze wisten dus dat ze hun best moesten doen. ‘Er zijn door middel van een aselecte steekproef dertig teksten daadwerkelijk beoordeeld. Tien teksten van universitaire eerstejaars, twintig van hbo’ers’, zegt Van Es. ‘Er is, vooral door journalisten, veel gevraagd naar dat kleine aantal teksten: “Kun je uit zo’n kleine steekproef wel zulke gewaagde uitspraken doen?”, is dan de vraag. Dat kan, vanwege die aselecte steekproef. De kans dat er tien keer een slechte student is uitgekozen is 0,0009765625.’

    Om de kwaliteit van die teksten te testen bedachten de twee een revolutionair systeem. ‘Er zijn wel meer onderzoeken gedaan naar schrijfvaardigheid, maar die zijn vaak erg onbetrouwbaar’, vertelt Van Es. ‘Wij hebben elke tekst niet door één maar door vier beoordelaars laten lezen. Dat was nog niet eerder gedaan. De beoordelaars mochten naar eigen inzicht alle fouten onderstrepen en moesten in eigen woorden benoemen wat de fout was’.

    Een fout was pas fout als die door twee of meer beoordelaars werd opgemerkt, hierdoor zijn de fouten objectief vastgesteld.

    Gigantisch arbeidsintensief

    ‘Inderdaad, het was een gigantisch arbeidsintensief karwei’, zegt Van Es. ‘Een beoordelaar is gemiddeld een uur bezig met een tekst en kan dat geen acht uur achter elkaar doen. Dan merkt hij de fouten niet meer op. Bij eerdere onderzoeken ging een beoordelaar twee dagen achter elkaar teksten beoordelen, de resultaten zijn dan veel onbetrouwbaarder. Anouk heeft al die fouten ten slotte gecategoriseerd, zodat we aan konden geven welke fouten het vaakst werden gemaakt’.

    ‘vaak worden consumenten verward met vetten’

    De resultaten zijn niet mis. Hoewel het om een kleine steekproef gaat, is het aantal fouten per honderd woorden heel betrouwbaar. ‘Opvallend is het dat er heel weinig d/t-fouten tussen zaten’, zegt Van Eerden. ‘Veel vaker ging het mis met de interpunctie en zinsconstructies’.

    Een aantal foute zinnen wordt genoemd in het onderzoek. Voorbeeldje: ‘Maar toch zal de belangstelling van de product en door ontevredenheid teruglopen’. Hartstikke fout.

    Al die fouten ontstaan volgens de twee niet omdat studenten allemaal verschrikkelijk dom zijn. ‘Er wordt gewoon weinig effectief onderwijs gegeven. Ik zou me als student bekocht voelen; je verveelt je een aantal jaren te pletter en als je dan klaar bent met de middelbare school kun je nog niet eens fatsoenlijk schrijven.’

    Studenten communicatie

    De steekproef van de universitaire studenten is afkomstig van de Faculteit Letteren, voornamelijk eerstejaars communicatie en informatiewetenschappen. ‘Deze mensen gaan de arbeidsmarkt op om iets met communicatie te doen. Dan zijn de acht fouten per honderd woorden die we gezien hebben nogal problematisch’, merkt Van Es op.

    Doordat het onderzoek met vier verschillende beoordelaars werkt, zijn er ook conclusies te trekken over de kwaliteit van het beoordelen. Opmerkelijk is dat eenderde van de fouten door de beoordelaar verzonnen is. Die ‘denkt’ de beoordelaar te zien. Tegelijkertijd merkt een beoordelaar ongeveer eenderde van de fouten niet op. ‘Daardoor komt de beoordeling vaak precies op het juiste aantal fouten uit’, glimlacht Van Es.

    ‘Een van de doelen van de promotie is dat het voordelen moet brengen voor de opleiding’, zegt van Eerden. ‘Wij hebben een programma ontwikkeld dat slechte studenten bijspijkert. De methode richt zich op de laatste fase van het schrijven: herschrijven. Studenten krijgen foutieve zinnen die ze moeten verbeteren. Dit jaar deden er vijfhonderd studenten aan mee, volgend jaar zijn dat er zevenhonderd. Uit de resultaten blijkt dat studenten na twintig uur taalonderwijs al 20 procent minder fouten maken.’

    Bestaat er nu dan eindelijk een taalmethode die leuk is? ‘Ik zeg niet dat het leuk is’, zegt Van Eerden, ‘studenten vinden het saai en zeer vermoeiend. Maar ze gaan wel vooruit.’