• RUG-bestuur bekritiseerd om Yantai

    'We krijgen te weinig informatie'

    Terwijl RUG-baas Sibrand Poppema samen met de communicatieafdeling in Yantai een promotievideo maakt voor de medewerkers van de RUG, blijven diezelfde medewerkers met veel vragen achter. ‘RUG-baas zit in Yantai, terwijl u-raadscommissie hem morgen nou juist wou bevragen op Yantai…’, tweette Hilly Mast van de universiteitsraad woensdag.

    in het kort

    In korte tijd klinkt er van verschillende kanten kritiek op de manier waarop het RUG-bestuur de studenten en medewerkers bij Yantai betrekt.

    Afgelopen weekend trok u-raadslid Hilly Mast van leer in Dagblad van het Noorden. ‘Hij gaat de dialoog onvoldoende aan’, zei ze over RUG-baas Sibrand Poppema.

    Tegelijkertijd deden ex-u-raadsleden Jan Blaauw en Jan Visser een boekje open in de UK. Ze zeiden zich ‘vernacheld’ te voelen door de manier waarop het RUG-bestuur de Yantai-plannen door de u-raad zou hebben gedrukt.

    Kersvers u-raadslid Casper Albers, die ook betrokken is bij ReThink RUG, vindt dat het bestuur te weinig informatie geeft over ‘Yantai’. FEB-raadsvoorzitter Kees van Veen valt hem bij: ‘Een solide strategische analyse hebben we nog niet gezien.’

    Zijn faculteit moet vóór 19 oktober laten weten of ze mee wil doen met het aanbieden van opleidingen in Yantai, want dan beslist het RUG-bestuur of het doorgaat met de Chinese campus.

    De adviescommissie van het FEB-bestuur komt deze week met een rapport rond de kwestie. Commissielid Beppo van Leeuwen vindt dat er nog veel onduidelijk is en bespeurt ‘onvrede over het tempo waarin alles gaat’.

    Ook u-raadslid Rieza Aprianto vindt dat er nog veel onduidelijk is. ‘Veel details lijken ter plekke te zijn bedacht.’

    Albers maakt zich tevens zorgen over de academische vrijheid in Yantai. ‘Er worden door China wel garanties gegeven voor Nederlandse medewerkers. Maar 90 procent van de studenten is Chinees.’

    volledige versie

    Leestijd: 5 min. (810 woorden)

    Afgelopen weekend stond ze met een groot interview in Dagblad van het Noorden, waarin ze kritiek gaf op de manier waarop het universiteitsbestuur de studenten en medewerkers van de RUG bij Yantai betrekt. ‘Hij gaat de dialoog onvoldoende aan, hij zegt: ‘Ik leg het nog één keer uit’. Dat typeert de houding van dit college’, zei ze, verwijzend naar collegevoorzitter Sibrand Poppema.

    Op datzelfde moment lieten nog twee medewerkers van zich horen. Jan Visser en Jan Blaauw, beide oud-leden van de universiteitsraad, voelen zich vernacheld door het universiteitsbestuur. ‘Het College van Bestuur stuurt op het gewenste resultaat. En de manier waarop dat gaat, vinden ze van secundair belang. Ik denk dat we dat wel kunnen vaststellen.’

    Niet over koffie

    Het is voor het eerst dat er openlijk kritiek wordt geuit op de plannen voor de nieuwe campus in China. Of eigenlijk vooral op de manier waarop die plannen worden uitgewerkt.

    ‘Er wordt te weinig informatie gegeven. Terwijl we een belangrijke keuze moeten maken. We hebben het hier niet over welk merk koffie we in de automaten willen’, reageert docent Casper Albers, betrokken bij ReThink RUG en sinds deze maand lid van de universiteitsraad. ‘Op intranet staat wel wat algemene informatie, maar op een gegeven moment moet je gedetailleerde inlichtingen krijgen over de financiële gevolgen en het precieze tijdpad. En dat krijgen we niet.’

    ‘Een solide strategische analyse hebben we nog niet gezien. Waarom willen we een branch campus?’, beaamt Kees van Veen, voorzitter van de faculteitsraad van Economie & Bedrijfskunde en docent international business and management. ‘De business case voor Yantai mist. Wat levert het echt op en is dat realistisch? Er is bij mijn weten nog steeds geen uitgewerkte risicoanalyse. Zorgvuldige besluitvorming lijkt mij cruciaal bij ambitieuze projecten als dit.’

    Go/no-go-beslissing

    Zijn faculteit moet binnenkort de knoop doorhakken. De RUG wil verschillende opleidingen van Economie & Bedrijfskunde in China aanbieden. Voor de go/no-go-beslissing op 19 oktober – hét moment waarop de universiteit beslist of ze doorgaat met Yantai – moet de faculteit laten weten of ze meedoet. De adviescommissie van het faculteitsbestuur zal deze week met een rapport komen.

    ‘De plannen zijn nog door onduidelijkheden omgeven’, geeft Beppo van Leeuwen toe. Hij is een van de commissieleden en coördinator van twee van de opleidingen die genomineerd zijn voor Yantai. Van Leeuwen houdt zich op de vlakte – ‘Ik kan hier niet in twee zinnen op reageren’ – maar wil wel vertellen hoe er binnen de faculteit op de plannen wordt gereageerd.

    ‘Zeer terughoudend. Dat heeft te maken met het concept van een branch campus op zich, waarover nog duidelijk moet worden of het wel past binnen de doelstelling van de faculteit. En onvrede over het tempo waarin alles gaat.’

    Meningen verkondigen

    Andere commissieleden laten zich er niet over uit. ‘Ik heb zeker opvattingen over het verloop van het Yantai-project en de rol van het College van Bestuur daarin. Helaas voel ik me momenteel niet vrij daarover te communiceren’, zegt Frans Rutten, vicedecaan International Affairs. Ook decaan Harry Garretsen wil niet reageren. Yantai heeft ‘de volle aandacht’, zegt hij. Maar het is ‘niet productief om als faculteit nu zelfstandig via de UK meningen te gaan verkondigen’, aldus Gerritsen.

    ‘Nu we dichter bij de go/no-go-beslissing komen, merk ik dat veel details nog niet besproken zijn’, zegt promovendus en universiteitsraadslid Rieza Aprianto. ‘Of het universiteitsbestuur wil haar bevindingen niet met ons delen, of ze hebben er nog niet over nagedacht. Ik hoop echt dat het eerste het geval is, hoewel dat wel vreemd zou zijn.’

    Er is nog veel onduidelijk, zegt ook Aprianto. ‘Veel details lijken ter plekke te zijn bedacht. Bijvoorbeeld de werving van docenten. Chinese docenten zullen zes maanden in Groningen doorbrengen om hier de Nederlandse manier van lesgeven te ‘leren’.’

    Politieke kwesties

    ‘En dan is er nog de academische vrijheid’, merkt Albers op. ‘We willen er niet alleen een vakopleiding beginnen, waar mensen leren hoe ze met een reageerbuisje moeten werken, maar een academisch instituut dat het maatschappelijke debat moet kunnen vormen. Dan moet je op politieke kwesties in kunnen gaan. Er worden door China wel garanties gegeven voor de Nederlandse medewerkers. Maar 90 procent van de studenten is Chinees. Het kan niet zo zijn dat academische vrijheid alleen op de campus geldt.’

    En hoe kun je daar onafhankelijk onderzoek doen als je er niet eens via een openbare zoekmachine naar artikelen kunt zoeken, omdat sommige resultaten door de overheid worden geblokkeerd, vraagt hij zich af. ‘Dat zijn hele principiële vragen die we willen bespreken. Het blijft onduidelijk, er blijven heel veel vraagtekens over. Maar de tijd om ze allemaal te beantwoorden hebben we niet, want over een maand is al het go/no-go-moment.’