• Privéles voor de laatste student Fins

    Roeland Bentvelzen heeft niets te klagen over aandacht van docenten. De allerlaatste student Fins krijgt al het hele jaar privéles.

    Kleine talen wegbezuinigd

    De brede bachelor Europese Talen en Culturen vervangt sinds september 2012 een groot aantal losse talenstudies. Hoewel aanvankelijk gehoopt was ook de kleine talen, Fins, Hongaars, Deens en Noors binnen die studie te kunnen aanbieden, zijn die per september 2013 wegbezuinigd. Protesten van studenten en docenten mochten niet baten.

    De meeste lokalen in het Harmoniegebouw zitten vol. Grote groepen studenten luisteren onderuitgezakt naar een docent. Maar het zaaltje waarnaar Roeland onderweg is, is nog vrijwel leeg. Alleen docente Lili Ahonen is er – bezig om de tafels te verschuiven. ‘Vaak verander ik de opstelling zodat we makkelijker kunnen praten’, glimlacht ze.

    Allerlaatste

    Toen Roeland zich vorig jaar inschreef voor Finoegrische talen en culturen, werd die richting net opgedoekt. Net als een aantal andere kleine talen. Maar ondanks het feit dat het faculteitsbestuur hem trachtte over te halen een andere studie te gaan doen, bleef hij bij zijn keus. En zo werd hij de allerlaatste student Fins.

    Toen kon hij zich er nog lastig een voorstelling van maken hoe het zou zijn om privéles te krijgen. Maar intussen heeft hij gemerkt dat het veel voordelen heeft. ‘De colleges gaan voor een heel groot deel over de dingen die ik niet begrijp. Ik heb nog nooit zo goed kunnen leren van mijn eigen fouten.’

    Ahonen sluit zich daar direct bij aan: ‘Doordat er maar één student is, kan ik maatwerk  leveren. Het studiemateriaal dat we de afgelopen jaren hebben ontwikkeld, gebruik ik wel als basis, maar de inhoud en hoeveelheid huiswerk bepalen we in overleg.’

    En dan zijn er nog de tentamens, die Ahonen maakt en waarbij hij erop kan rekenen dat de vragen zullen gaan over onderwerpen die hij moeilijk vindt. ‘Soms hebben we het er over wat goed zou zijn om op het tentamen te behandelen’, grinnikt hij.

    Maar Roeland is supergemotiveerd en daar is Ahonen weer blij mee. ‘Van ongemotiveerde studenten kun je als docent echt ziek worden. Als je er dan maar één hebt is het helemaal erg. Maar doordat hij veel plezier beleeft aan de lessen, ligt het tempo hoog. Als er drie studenten zouden zijn, had ik me moeten richten op het gemiddelde tempo en had Roeland niet zo snel geleerd’, zegt ze trots.

    Nadelen

    Maar heeft de situatie ook nadelen? Hebben die collegezaal voor twee, de oneindige hoeveelheid aandacht en het hoge tempo een keerzijde? ‘Ik heb geen studiegenoten waar ik me mee kan vergelijken of van wiens fouten ik kan leren’, zegt Roeland.

    ‘Des te beter leert hij van zijn eigen fouten’

    ‘Des te beter leert hij van zijn eigen fouten’, werpt Ahonen tegen.

    ‘Als ik het niet gemaakt heb, val ik direct door de mand en kunnen we het college net zo goed skippen’, gaat Roeland verder. ‘In de praktijk plannen we de colleges trouwens vaak op een andere tijd dan in het rooster omdat ons dat allebei beter uitkomt. In overleg kan vrijwel alles als je in je eentje les hebt.’

    Docente Ahonen kijkt met gemengde gevoelens naar de colleges. Want na Roeland is het einde oefening. ‘Ik was graag weggegaan met het gevoel dat de kennis wordt doorgegeven, maar na jarenlange ontwikkeling van de lesstof hoeven we niets meer te verbeteren. Ik gooi waardevolle kennis bij het oud papier.’

    Ze schudt het hoofd. ‘Ik heb het gevoel dat ik voor de laatste keer rondkijk om te zien of ik alles goed achterlaat. Dan doe ik het licht uit en trek ik de deur achter me dicht. Het is een droevig einde voor de studie Fins.’