• knolraap, lof, schorseneren & prei

    Het nieuwe Eden

    op Zernike

    Frank van der Waals wil de wereld verbeteren en begon ermee op Zernike. Met een tuintje achter het portiersgebouw.

    in het kort

    Twee jaar geleden gooide Frank van der Waals het roer om. Weg met de academische pabo.

    ‘Frankville’ noemde hij de gemeenschappelijke tuin op het Zernikecomplex, waar hij vijf jaar zijn gang kan gaan.

    De tuin pas bij een universiteit die sustainable wil zijn, vindt hij.

    In Frankville verbouwen studenten groente, kruiden en bloemen.

    De tuin wordt binnenkort zelfs uitgebreid.

    volledige versie

    Leestijd: 6 min (1287 woorden)

    Het besef brak twee jaar geleden ineens door. Hij had er al zo’n drie jaar academische pabo op zitten, maar realiseerde zich: dit is eigenlijk niks voor mij. Misschien bén ik wel helemaal niet iemand die veel academische kennis verzamelt Misschien ben ik een doener, iemand die op een heel andere manier moet zoeken om zijn doel te bereiken: de wereld ietsje mooier maken.

    Hij noemt het een epiphany, een openbaring.

    Paradijs

    Dus stopte Frank van der Waals met zijn studie en koos voor een andere manier: een gemeenschappelijke tuin op het Zernikecomplex. De naam? ‘Frankville’. En nee, dat is niet een megalomaan stukje zelfverheerlijking. Frankville is de naam die Frank en een oude vriend van hem – die toevallig óók Frank heette – gaven aan dat plekje in hun hoofd dat ze verzonnen als ze samen praatten over hoe de wereld zou moeten zijn. ‘Dus ja, noem het het paradijs.’ Het feit dat frank ook nog ‘open’  of ‘eerlijk’, betekent, is alleen maar mooi meegenomen.

    Hij en zijn vrienden stapten naar de universiteit, vroegen om een stukje grond – achter het gebouwtje van de portiers, net aan het begin van het Zernikecomplex lag een heel stuk waar de RUG toch niks mee doet. En ze kregen het.

    Het past immers geweldig bij een universiteit die dolgraag ‘sustainable’ wil zijn. Ze zijn een puzzelstukje in het grotere geheel, denkt hij.

    Hartstikke vruchtbaar

    Een jaar later doen al 35 studenten en jongeren uit de stad Groningen mee aan Frankville en zijn ze zelfs druk bezig een vereniging te worden. De grofweg 175 vierkante meter gras is omgeploegd, omgewerkt, het is bemest en er is een laag teelaarde overheen gegaan. Allemaal met hulp van de gemeente. ‘Het was echt van die blauwe zuurstofarme grond, daar kon je helemaal niks mee. En nu is het hartstikke vruchtbaar.’

    Canneloni
    van Spitskool

    1 spitskool
    1 sjalot
    2 wortels (bospeen)
    nootmuskaat
    peper
    grof zeezout
    kerriepoeder
    cashewnoten
    bak water met ijsklontjes

    Snij de vier grote buitenste bladeren van de spitskool eraf en snij de rest in fijne julienne. Blancheer de bladeren in gezouten water gedurende 2 minuten. Doe je julienne erbij en blancheer nog 2 minuten. Giet alles af in een zeef en leg het in ijswater.

    Bak de gesnipperde sjalot in wat olijfolie (kort tot glazig), Doe daarna in een andere pan een klontje boter en stoof hierin de geblancheerde spitskoolreepjes en wortels. Voeg aan dit mengsel peper, zout, nootmuskaat en een beetje kerriepoeder toe. Sjalotjes erbij en de vulling is klaar. (Als je pittig eten lekker vindt, kan je hier uiteraard ook nog chili aan toevoegen)

    Van de 4 grote buitenste bladeren van de spitskool snij je de nerf eruit en houd je zo een V vormig stuk over. Het is een beetje passen en meten maar in één blad kan je 3/4 rolletjes halen afhankelijk van de grote van de stukjes blad.

    Als je de voorgesneden stukjes blad voor je neerlegt, rol je hierin het mengsel van de spitskool met sjalot, rol strak op en bestrooi het met de geroosterde en gehakte stukjes cashewnoot.

    Inmiddels is de tuin veranderd in een klein paradijsje waar allemaal groenten verbouwd worden: snijbiet – heel bewust in alle kleuren die de zadenverkoper voorhanden had. Dan ziet het er mooi uit namelijk. Maar er is meer: courgette, witte kool, pompoenen en boerenkool. Er groeien zonnebloemen en verse kruiden. En bloemen, omdat dat er leuk uitziet en ook nog eens goed is voor de bijen.

    Frank hurkt tussen de kolen. Hij haalt dode bladeren weg bij de stam en trekt wat onkruid uit de grond. Maar rustig aan, want later komen de anderen nog en dan gaan ze met zijn allen even wat tuinwerk doen. En zo kost het ook niet veel tijd, is het gewoon gezellig. Hij en de andere bewoners van Frankville zijn namelijk wel mooi-weer tuinierders. In de regen zul je ze niet vinden in de tuin. Wél als de zon schijnt en er nog een barbecue georganiseerd kan worden met het voedsel uit de tuin en een biertje achteraf.

    Geitenwollen sokken

    Maar waarom een tuin? Máákt dat de wereld beter? En – misschien het belangrijkste – is Frank dan zo’n geitenwollen sokken wereldverbeteraar?

    Hij grinnikt een beetje, kijkt even weg. ‘Nee hoor. Natuurlijk, ik vind dat we iets moeten doen. De wereld kan niet doorgaan zoals het nu gaat. Er moet iets veranderen en steeds meer mensen vragen zich af: hoe kan het anders?’

    En daar wil Frank een bijdrage aan leveren. Het hele probleem is veel te complex, denkt hij, maar je kan wel ergens beginnen. Met een tuin. Iets zien groeien, door de energie die je erin steekt.

    Maar hij koopt nog steeds wel eens euroshopperproducten en wil ook niet afstappen van het gebruik van technologie. ‘Dat is gewoon heel handig’, denkt hij. Hij gebruikt zijn computer om Uitzending Gemist te kijken. Want die tv zelf, die is dus wel de deur uit.

    Planten, levende dingen, die kunnen je weer dichterbij de basis brengen, bedacht hij al tijdens zijn studie. ‘Het is heel bijzonder, dat er uit zo’n zaadje, met wat aandacht en de juiste behandeling iets kan groeien. En dat je er dan ook nog plezier aan kan beleven’, zegt hij – nog altijd met iets van verrassing. ‘Weet je? Studenten aan de universiteit dénken altijd heel veel. Maar dit is een mogelijkheid om iets te doén!’

    Hobbykok

    Hij heeft veel geleerd, al ging het niet vanzelf. Frankville kreeg hulp van Janneke Tops, die  veel ervaring heeft met ecologisch tuinieren. Zij adviseerde de (ex)studenten, totdat ze ook zélf wisten hoe je een zaadje opkweekt, welke groenten je bij elkaar moet planten, hoe je de bodem bewerkt en hoe je ervoor zorgt dat het er nog een beetje leuk uitziet ook.

    Wat ook duidelijk is: het initiatief slaat aan. Weliswaar zijn er van de eerste lichting Frankvillers – de mensen die vorig jaar de eerste schoppen in de grond zetten, de nodige mensen afgestudeerd. Maar nieuwe mensen namen hun plaats in. En er zijn regelmatig Stadjers die ook wel mee willen doen, al is de universiteit daar een beetje huiverig over. Frankville zit immers op universitaire grond – 5 jaar in bruikleen of tot het moment dat de RUG de grond zelf nodig heeft – en dus wil de RUG ook graag dat de club zich vooral op studenten richt.

    Frank heeft dromen: hij is een niet onverdienstelijk hobbykok en dat is iets wat hij wel wil uitbreiden. Hij caterde uit naam van Frankville feesten op het terrein van de Suikerunie. Weliswaar nog niet helemaal met zelf-verbouwde groenten, omdat de tuin daar te klein voor is, maar wel met biologische, lokale producten. En wie weet? Volgend jaar?

    Symbiose

    Maar daarvoor moet de universiteit dus wel een handje helpen. Frank heeft zijn zinnen gezet op de vierkante meters naast het huidige Frankville, richting crematorium. Dat gaat lukken, hoorde hij onlangs, want de RUG heeft het gezien nu: hoe mooi en lieflijk het tuintje is geworden. Er komen zelfs bankjes, waar het personeel van de RUG een boterham kan eten en meegenieten.

    Alleen is er die parkeerplaats, die de RUG ook op het veld wil hebben. Geen probleem, denkt Frank. ‘We gaan daarmee in symbiose leven.’