• Alain

    Istanbul

    Uit het niets zie ik een zwarte schim met een doffe dreun op straat klappen. Stoeprandje gemist. Aan de schoentjes te zien is het een vrouw. Is ze voorover gevallen of ligt ze op haar rug? Het is lastig te zien. Op de zanderige tegels ligt een menselijke cocon. Een ielig mensje met meer zwarte doeken dan huid.

    Alles is bedekt. Haar gezicht is onzichtbaar en voor het kijkspleetje zit gaasachtig doek. Ze hijst zicht omhoog en snelt weg. Richting haar man. Hij grijpt haar aan de arm en trekt haar mee een zijstraat in.

    Even later zie ik haar op een bankje, vermoed ik. Gezien de nogal monotone moslimmode (zwart, zwart, zwart), kan het evengoed ieder ander lid van de zwartekousenmoskee zijn.

    Mijn vakantie in Istanbul is een reis van uitersten. Aan de ene kant de seculiere Istanbulli. Geen hoofddoekjes en andere geloofstekenen, maar mooie decolletés en verzorgde kapsels.

    Anderzijds de grote aantallen wandelende mummies. Volwassen spelen verstoppertje in boerka’s. Deze verborgen vrouwen moeten ieder contact vermijden met ‘vreemde’ mannen als ik. In de tram kijken ze naar de grond, in een restaurant zitten ze met de rug naar me toe en als ik m’n fototoestel pak, hollen ze weg.

    Misschien ben ik geïndoctrineerd met westerse emancipatiepraat, maar ik kan me geen enkel voordeel voor de vrouw bedenken. Boerka’s zijn een patent voor mannelijk eigendom. Zwarte stof als beschermwal tegen hitsige concurrenten. In plaats van een vrouw door charme en liefde te binden, worden ze ingepakt als een persoonlijk hebbedingetje.

    En het werkt. De sexappeal is weg en daarmee ook mijn toch al slecht ontwikkelde veroveringsdrang.

    Vrouwonvriendelijk of niet, het dragen van een boerka is het perfecte middel tegen ongewenste seksuele avances.

     

    Alain Dekker is vijfdejaars student klinisch moleculaire neurowetenschappen (BCN).

    Foto Reyer Boxem