• Het werk van de secretaresse verandert

    Red het kerkhof

    Gemeenten hebben geen geld meer om begraafplaatsen te onderhouden. ‘Zonde’, vindt neerlandicus Bart Ramakers. ‘Begraafplaatsen zijn een reflectie van de tijd, van de lokale geschiedenis.’ Hij werkt aan een plan om ze te behouden.

    in het kort

    Het aantal begravingen neemt af, waardoor gemeenten minder geld hebben om  begraafplaatsen te onderhouden. Verkoop of sluiting dreigt.

    Zonde’, vindt Bart Ramakers, hoogleraar oudere Nederlands letterkunde. Hij werkt aan een plan waarin economisch verantwoord beheer en de functie van een begraafplaats samen gaan met behoud. Dat plan wordt gesubsidieerd door de NWO

    Alle begraafplaatsen in Groningen, Friesland en Drenthe komen in een database. Zo kun je cultuurhistorische waarde bepalen, maar ook bijvoorbeeld toeristische mogelijkheden.

    Het komende jaar gaan Ramakers en zijn partners zich buigen over de vraag hoe je de waarde van een beraafplaats kunt meten.

     

    volledige versie

    Leestijd: 5 min (1078 woorden)

    Een begraafplaats is doorgaans geen plek om opgetogen rond te lopen. Zeker niet in de stromende regen. Toch valt er in de tred van Bart Ramakers enige geestdrift te bespeuren, een vleugje enthousiasme zelfs, als hij over de Noorderbegraafplaats loopt. Zigzaggend, soms zijn pas inhoudend om een blik te werpen op een met mos begroeide steen.

    ‘Kijk hier, deze steen staat vol symboliek’, zegt hij. ‘De rups, pop en vlinder staan voor de drie stadia die de menselijke ziel doorloopt. Het leven, de dood en de wederopstanding.’ Hij bukt zich nog even om de getallen te ontcijferen. ‘Niet meer te lezen helaas, het mos en het opspattende gras van de maaier heeft het onleesbaar gemaakt.’

    Begraafplaatsen zijn een schat van kennis over het verleden, zegt Ramakers. ‘Een grafsteen is een reflectie van de tijd en een sleutel tot allerlei soorten wetenschappelijk onderzoek. De stenen zeggen iets over de doden, hun leven, hun familie, de omstandigheden waaronder ze zijn gestorven.’

    Rondstruinen op het kerkhof

    Die steen maakt het ook voor Ramakers – hoogleraar oudere Nederlandse letterkunde – interessant om op een begraafplaats rond te struinen. Zeker in Groningen. ‘Groningen staat bekend om de grafpoëzie, een traditie vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw. Het maakt duidelijk hoe mensen toen in het leven stonden.’

    Maar niet alleen in letterkundig opzicht zijn begraafplaatsen interessant. Ook voor de archeologie, de kunstgeschiedenis, de landschapsgeschiedenis, het genealogisch en het sociaal-economisch onderzoek is het van belang deze plekken te behouden en te beheren. ‘Voor een blik in de tijd van de Spaanse griep, bijvoorbeeld’, zegt Ramakers. ‘Begraafplaatsen laten veel los over de wijze waarop deze ziekte in de samenleving heeft ingegrepen. Liggen de rijke slachtoffers in dezelfde rij als de arme slachtoffers, of liggen  de armen achteraf en zijn hun grafstenen eenvoudiger en uniformer dan die van de rijken? Oftewel, hebben ze de tijd genomen hun doden te begraven of wilden ze ze zo snel mogelijk kwijt?’

    Die informatie, die historie, dreigt verloren te gaan. Het aantal begravingen neemt af, waardoor gemeenten steeds minder geld hebben om begraafplaatsen te onderhouden. Ze kampen met afnemende middelen en overwegen verkoop of sluiting. Verwaarlozing ligt op de loer, het is vaak al te zien aan het groen en de stenen, maar ook aan vervallen monumentale graven. Dat is goed voor de sfeer, maar niet voor het imago.

    ‘Of voor het cultuurhistorisch erfgoed’, zegt Ramakers. ‘Graven worden geruimd, nabestaanden zijn na tientallen jaren niet meer op te sporen en stenen worden onleesbaar.’

    ‘Dit graf wordt straks geruimd’

    Hij stopt naast een overwoekerd graf, bukt zich en vist een bordje uit het natte gras. ‘Willen de nabestaanden contact opnemen met de gemeente?’, leest hij voor. ‘Dit is precies wat ik bedoel. Dit graf wordt straks geruimd, zonder dat iemand weet wat hier misschien wel verloren gaat.’

    Zorgvuldig prikt hij het bordje in de grond, dicht bij het graf.

    ‘Een graf is voor de eeuwigheid. Maar zie het maar eens een eeuwigheid te behouden’

    Aan dat verlies wil Bart Ramakers iets doen. ‘Ik wil concepten ontwikkelen voor beheer en behoud van begraafplaatsen, die interessant zijn voor zowel eigenaars als publiek, maar ook voor wetenschappers’, zegt hij. Daarvoor heeft hij een vervangingssubsidie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) gekregen. ‘Het zou ideaal zijn wanneer economisch verantwoord beheer en de functie die een begraafplaats primair heeft, samen konden gaan met behoud van een begraafplaats.’

    Het is koud en nat op de Noorderbegraafplaats. En uitgestorven. Maar dat tempert het enthousiasme van Ramakers geenszins. Hij ziet meer dan de kou en de regen. ‘Ik ken begraafplaatsen met een theehuis, met een expositieruimte, met bankjes, met rondleidingen. Begraafplaatsen die langs een fiets- of wandelroute liggen, of die een parkfunctie hebben gekregen. Allemaal met intensieve vrijwilligersparticipatie. We moeten anders gaan kijken naar begraafplaatsen, we moeten die kansen gaan zien.’

    Database en digitalisering

    Dat wil hij samen gaan doen met professionals uit de advies-, ingenieurs- en erfgoedwereld. De basis voor hun samenwerking zal een database zijn, waarin idealiter alle begraafplaatsen in Groningen, Friesland en Drenthe in kaart worden gebracht. Met behulp van de verzamelde gegevens kan niet alleen de cultuurhistorische waarde worden bepaald, maar kunnen ook de educatieve, toeristische en recreatieve mogelijkheden worden vastgesteld. En de wetenschap heeft er meteen een onderzoeksinstrument bij.

    Beheer, behoud en onderzoek wordt op die manier bij elkaar gebracht, zegt Ramakers. Maar zover is het nog niet. Het komende jaar gaan Ramakers en zijn partners zich buigen over hoe de waarde van een begraafplaats gemeten kan worden. ‘We kijken naar de aard, de waarde en de staat van graven en begraafplaatsen en naar criteria voor de waardering daarvan.’ Ze ontwikkelen samen de database, maar willen ook een pilot starten waarin het hele traject van digitalisering, waardering, benutting en beleving voor enkele begraafplaatsen wordt doorlopen.

    Hoopje stenen

    Ramakers stopt op het pad naar de uitgang en kijkt naar een vervallen graf. De steen is voorovergevallen en ligt dwars over de rest van het graf. Onleesbaar. De wortels van de treurwilg hebben ook de rest losgewoeld, zodat er eigenlijk alleen nog een hoopje stenen ligt. ‘Een graf is voor de eeuwigheid bestemd’, zegt Ramakers. ‘Maar zie het maar eens een eeuwigheid te behouden.’

    Het NWO KIEM-project ‘Levend erfgoed’, zoals het project heet, is een samenwerking van de Rijksuniversiteit Groningen, de Fryske Akademy, Erfgoedpartners (steuninstelling voor beheerders van cultureel erfgoed in de provincie Groningen) en het advies- en ingenieursbureau Grontmij.

    3 Groningse graven die je gezien moet hebben
    1. Het graf van majoor Thomson op de Zuiderbegraafplaats in Groningen. Hij stierf op 15 juni 1914 in Albanie door kogelvuur tijdens de eerste Nederlandse Vredesmissie. Zijn begrafenis, een maand later in Groningen, trok duizenden mensen en was tevens aanleiding tot nationale rouw.

    2. Het graf van Levy Ali Cohen op de Joodse begraafplaats aan de Moesstraat. Ali Cohen was de grootste hygiënist in onze streek, totaal vergeten maar betekende voor de stad Groningen heel erg veel. Zeker waar het ging om een gezonder bestaan voor de armen: hij introduceerde de eerste  ‘tonnetjesophaaldienst’ in de stad, bedoeld om uitwerpselen van mensen op te halen en op verantwoorde wijze te verwerken.

    3. Ook totaal vergeten, maar ook de moeite waard is het massagraf op de Zuiderbegraafplaats voor de slachtoffers van een botsing tussen een trein en een bus met polderarbeiders, in oktober 1940.

     Meer interessante graven en begraafplaatsen (al dan niet uit het Noorden), vind je in de Facebookgroep De Mortuis, van RUG-medewerker Han Borg.