• Geheim van Sitting Bull

    Eén ding is zeker: het indianenhemdje was ooit van de kleinzoon van Sitting Bull. Maar welke? En hoe belandde het in het museumdepot op Zernike?

    Het is een intrigerend stuk. Volgens een labeltje werd het hemd aangetroffen in het Standing Rock reservaat, waar Sitting Bull leefde in hetzelfde jaar dat het Sioux-opperhoofd  zijn volk leidde in de slag bij Little Big Horn: 1876. Je weet wel, toen de indianen het Amerikaanse leger onder leiding van generaal Custer in de pan hakten.

    Er staat ook dat het van de kleinzoon van Sitting Bull was. En de man die dit het ooit doneerde aan het toenmalige volkenkundig museum Gerardus van der Leeuw  – indianenkenner J. Heyink uit Bennebroek – was een conscientieus verzamelaar. ‘Hij wist waar hij het over had’, denkt vicedirecteur Nico de Jonge.

    Reden genoeg waarom de historische roots van het hemd al verschillende malen onderzocht zijn.

    Standing Buffalo

    Het zou een talisman geweest kunnen zijn, vertelt De Jonge.  Een voorwerp waaraan beschermende magische krachten werden toegeschreven. ‘Je moet bedenken dat Sitting Bull niet zo’n grote repuatie had, omdat hij zo’n geweldige warrior was. Hij was meer een spiritueel leider, een medicijnman.’

    En dat zou verklaren waarom het hemd van zijn kleinzoon zo goed bewaard is. En waarom Sioux-indiaan Joseph Standing Buffalo, die naar Europa kwam om te vechten in de Eerste Wereldoorlog, het bij zich had. Jammer dat het niet hielp. Want op 29 september 1918 stierf hij aan wonden in zijn hoofd en buik in een veldhospitaal vlakbij Arras.

    Dat is het verhaal dat wordt verteld. Maar klopt het?

    ‘Died of wounds received in action’

    In elk geval kan Joseph het niet zelf hebben gedragen. Hij was krap 19 toen hij in februari 1918 als Canadees infanterist voet aan land zette in Liverpool. Zijn vader dan? Opperhoofd Julius Standing Buffalo wás 15 op het moment dat het hemd voor het eerst in de geschiedenis opduikt. Maar die woonde weer niet in Standing Rock.

    Terug dan naar Joseph Standing Buffalo – ofwel Rattlesnake’s Tail, zoal hij als kind heette. Het dossier van de jonge soldaat, dat wordt bewaard in het archief van het Canadese leger, vertelt van alles over hem: dat hij 15 dollar soldij per maand kreeg. Dat hij behandeld werd aan een abces in zijn kaak in Engeland. Zijn testament zit erin. En de mededeling dat hij ‘died of wounds received in action’ op 29 september 1918. Maar niks over zijn bagage.

    Cactussen in de voering

    En dan – zoekend op het nummer van Joseph’s eenheid 2413310 – is er ineens een curieus verhaal op de website van het Franse theatergezelschap Annibal et ses Elephants. Daar staat hoe  de jonge Standing Buffalo op 26 augustus in het geïmproviseerde veldhospitaal in Beaumetz-lès–Loges belandde – in de trouwzaal van het gemeentehuis. Met naast hem Martin Feeney, oorlogsfilmer, die zijn smeekbedes in Dakota en Engels, vertaalde: of ze hem alsjeblieft zijn tas wilden brengen.

    Toen die tas eindelijk arriveerde, kwamen er delen van kleine cactussen uit de voering tevoorschijn. De indiaan at ze op en sprak nog de woorden: ‘God die Spreekt heeft ons hier verenigd om ons zowel moed te geven om te leven, als om te sterven.’

    Of het hemd ook in die tas zat? Dat vertelt het verhaal niet. En dat het een wonderlijke mengeling is van controleerbare feiten en fictie is duidelijk: de suggestie dat Martin Feeney de beroemde John Ford zou zijn geweest, kán niet kloppen.

    Bovendien: hoe weten we eigenlijk dat het jasje van Joseph Standing Buffalo was?

    Ontluisterend

    Het antwoord is een beetje ontluisterend. ‘Dat weten we helemaal niet’, zegt historicus Jan de Groot. Híj deed in de jaren negentig grondig onderzoek naar het hemdje. ‘Het is een simpele combinatie: we weten dat het afkomstig is van de kleinzoon van Sitting Bull. En wie op zoek gaat naar zo’n kleinzoon vindt Joseph Standing Buffalo.’

    Het verhaal rond Joseph is een dramatisch verhaal dat delen van de geschiedenis van de indianen en de Eerste Wereldoorlog verenigt. Prachtig. Maar met het hemd heeft dat weinig meer te maken.

    En die andere suggestie? Dat het een talisman was? De Groot: ‘Sitting Bull raakte in de laatste jaren van zijn leven betrokken bij de Ghost Dance. Dat was een stroming waar de leer van de mormonen werd vermengd met de indiaanse religie. De Ghost Dance moest alles weer goed maken, de buffels terugbrengen en zo. De aanhangers maakten ghost shirts met tekens erop die het kwaad moesten afweren en hen beschermen.’

    Is dit zo’n ghost shirt dan?

    De Groot schudt het hoofd. ‘Waarschijnlijk niet. Die zien er anders uit. Bovendien: als de indiaanse erfgoedbeweging daar achter kwam, is er meteen een claim. Dat is dan historisch erfgoed en dat zouden ze zeker terugeisen.’